02 februari 2008

De rituele dans van Rouvoet


In Trouw wijdt Hans Goslinga een beschouwing aan het rumoer rond de voorgenomen uitzending van de pornofilm 'Deep Throat' en de wisselende reacties van leden van het kabinet. Rouvoet's aankondiging van een onderzoek naar een uitzendverbod was natuurlijk een 'slag in de lucht' schrijft hij. De minister kent de regels en weet dat de regering niet vooraf mag ingrijpen. Dat hij als minister een moreel appèl op BNN deed is al op het randje, zou ik zeggen. Het is natuurlijk vooral een signaal aan de eigen achterban die nog niet heeft leren omgaan met de vrijheid van meningsuiting.
Maar daar zit nu juist het probleem. Rouvoet, alle kamerleden van de ChristenUnie en ook die van de SGP kennen de wet heel goed. En toch vragen ze als het hen uitkomt steeds weer naar de bekende weg. Dat gaat zowel in het geval van pornografie als wanneer men iets godslasterlijks waarneemt. Het optreden van Madonna in 2006, die aan het kruis een liedje zong in de Amsterdamse Arena is een voorbeeld. De RVU-uitzending 'God bestaat niet' (2005) is een soortgelijk geval. De kamerleden van de kleine christelijke partijen (onder Paars gesteund door het CDA) zijn verontwaardigd, stellen vragen en dringen aan op een verbod. De regering antwoordt net als Balkenende deze week dat daar geen mogelijkheden voor zijn. Volgen citaten uit de wet. Een kwestie van copy-pasten voor de ambtenaren. Typerend is de reactie van CU fractievoorzitter Slob vorig jaar na de mislukte poging van zijn lokale Utrechtse partijgenoot om de gigantische poster met gouden bikini van Hünkemöller verwijderd te krijgen. "We moeten het de volgende keer wat beleidsmatiger aanpakken", zei hij. Want we hebben natuurlijk wel gelijk, hoor je hem er achter aan denken.
Voor de achterban doen de kamerleden hun best. De SGP moppert vandaag nog wat na in het Reformatorisch Dagblad . Ze hadden gehoopt dat er een andere wind zou gaan waaien in dit christelijk-sociale kabinet. De vraag die deze rituele dans van de orthodoxe christenen oproept is echter of zij er niet beter aan zouden doen om hun achterban uit te leggen hoe de wet in elkaar steekt. Dat morele bezwaren van één bepaalde groepering in onze rechtsstaat niet onmiddellijk kunnen leiden tot wettelijke beperkingen. Waar het bij de vrijheid van meningsuiting, de pers- en de omroepvrijheid werkelijk om gaat: de vrijheid om te communiceren zonder gehinderd te worden door staatsingrijpen. En om de ruimte voor álle opvattingen en stromingen, de tolerantie die van ieder gevraagd wordt om opvattingen en beelden te verdragen ondanks de bezwaren die je er tegen hebt.
Rouvoet c.s. kennen de wet en de onderbouwing daarvan. Toch laten ze zich keer op keer verleiden tot 'een slag in de lucht'. Onwetendheid is het niet. Zijn ze hardleers misschien? Of is het een teken van een heimelijk verlangen om, is het niet links- dan wel rechtsom, belangrijke verworvenheden van de Nederlandse rechtsstaat te mogen afschaffen?
,

Geen opmerkingen: