In de jaarlijkse ranglijst over de persvrijheid van Reporters Sans Frontières staat Nederland nog steeds hoog genoteerd. Maar ons land is het afgelopen jaar wel een plaats gedaald. RSF wijst op problemen met de Wob, de WIV en groeiende agressiviteit tegen journalisten, vooral op sociale media, uit rechts-populistische hoek. Nederland stond in 2013, 2014 en 2016 op plaats 2 in de RSF Index. Sinds 2018 daalde Nederland elk jaar een plaats.
Die agressiviteit tegen journalisten is in de eerste maanden van dit jaar bepaald niet afgenomen. Eind maart gebruikten kerkgangers in Urk en Krimpen a/d IJssel geweld om journalisten te verhinderen verslag te doen van het massale kerkbezoek dat volledig in strijd was met de adviezen van de overheid ter bestrijding van de coronapandemie. In Urk reed een auto in op een journalist. In Krimpen kreeg een verslaggever een trap in zijn buik. De agressievelingen werden tot onvrede van onder meer de journalistenvakbond NVJ niet opgepakt; volgens de politie omdat gekozen werd voor een de-escalerende aanpak. In de Tweede Kamer zijn daarover vragen gesteld door D66.
Vorige week was er in Lunteren een nieuw incident. Een persfotograaf en zijn vriendin aangevallen door omstanders tijdens een autobrand. De auto waarin zij zaten werd door de belagers een sloot ingeduwd met een shovel. De auto belandt op zijn kop in de sloot, de inzittenden moesten door de brandweer worden bevrijd. De fotograaf was afgekomen op een bericht over een autobrand. Volgens de politie werden meerdere persfotografen agressief benaderd, bedreigd en met stokken geslagen. Een 34-jarige man uit Lunteren is aangehouden op verdenking van doodslag.
Het Genootschap van Hoofdredacteuren noemt het geweld in Lunteren ‘een nieuw dieptepunt in de omstandigheden waarin journalisten hun werk moeten doen. Het illustreert de voortdurende dreiging waaronder de journalistiek in Nederland moet werken’.
Vorig jaar heeft de NOS besloten logo's van reportagewagens te verwijderen vanwege de voortdurende bedreigingen waar het personeel mee te maken kreeg. Hoofdredacteur Marcel Gelauff vindt het een "nederlaag voor de NOS, maar vooral ook voor de journalistiek". "De journalistiek ligt onder vuur van mensen en groeperingen, die alleen hun eigen wereld willen terugzien, elk ander perspectief onmogelijk proberen te maken en daarmee de persvrijheid aantasten."
Het geweld tegen journalisten is onderdeel van een breder verzet dat voortkomt uit onvrede met wat men ziet als de dominantie van een stedelijke, seculiere, hoger opgeleide en linkse elite. Een onvrede die naar verhouding vaker voorkomt buiten de Randstad en in orthodox-christelijke kringen en die zich vertaalt in een stem op de PVV en Forum voor Democratie. 'De shovel in Lunteren kwam van extreem-rechts' schrijft columnist Jerry Hormone van Nieuwe Revu. ‘Dit is specifiek het gevolg van populistische politici die journalisten keer op keer wegzetten als leugenaars.’ Een waar woord. Waarmee het probleem helaas niet is opgelost. Er is een voedingsbodem voor de onvrede die door populistische politici maximaal wordt uitgebuit, maar waar de rest van politiek Nederland voorlopig nog onvoldoende antwoord op heeft kunnen vinden. Althans niet voor de weliswaar beperkte maar toch veel te grote groep die alle vertrouwen in de politiek heeft verloren. En dat betekent dat we voorlopig rekening zullen moeten houden met een kritische en in extreme gevallen agressieve benadering van de pers. En waarschijnlijk een verdere daling van Nederland op de RSF-Index volgend jaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten