Eind vorig jaar schreef ik over een onderoek van het European Legal Support Centre (ELSC) dat pro-Palestijnse activisten juridisch bijstaat. Het instituut onderzocht 76 gevallen van pogingen activisten de mond te snoeren met beschuldigingen van antisemitisme. Een nieuw voorbeeld van een poging om alle kritiek op Israël in de kiem te smoren is de lastercampgane tegen de indieners van een Wob-verzoek naar documenten inzake de banden tussen universiteiten en Israël alsmede Nederlandse Israël gezinde organisaties. De initiatiefnemers hebben hun verzoek via The Rights Forum ingediend omdat ze vreesden voor schadelijke gevolgen voor hun carrières als zij dat zelf zouden doen. Universiteiten zijn geen veilige omgeving voor medewerkers en studenten die Israël-kritische activiteiten ontplooien, vertelden zij. Vaak leiden die tot protesten en campagnes van pro-Israëlische organisaties die open debat over Israël-kritische thema’s proberen te voorkomen, gewoonlijk door de betrokkenen van antisemitisme te betichten.
Dat bleek goed ingeschat. Het Wob-verzoek leidde onmiddellijk tot felle beschuldigingen van de Israëllobby. In het Nieuw Israëlitisch Weaekblad schreef Esther Voet dat The Rights Forum ‘het antisemitisme niet schuwt’ en ‘liever ziet dat Israël als Joodse staat van de kaart wordt geveegd’. Ze sprak zelfs van een 'jacht op Joden'. Ronny Nafthaniel twitterde: ‘krankzinnig en discriminerend WOB-verzoek – de Ariërverklaring revisited’. En voormalig PVV-Kamerlid Kortenhoeven maakte het nog bonter met een in het Duitse gestelde aanklacht tegen het 'SS-Totenkopfverbände The Rights Forum… Es sind dieselben wie früher.' Opperrabijn Jacobs trekt een parallel tussen universiteiten die aan het Wob-verzoek willen voldoen met ‘de meeste burgemeesters die gedurende de bezetting netjes de namen van hun Joodse burgers aan de Duitsers doorgaven’.
De verontwaardiging is vooral getriggerd door het feit dat in het Wob-verzoek ook Nederlandse pro-Israël organisaties zijn opgenomen. The Rights Forum: 'Achtergrond van het verzoek is de jarenlange discussie in Europa over mogelijke directe of indirecte betrokkenheid van Nederlandse en andere academische instellingen bij onder meer Israëls illegale kolonisering van bezet Palestijns gebied en de Israëlische wapenindustrie. Die discussie lijdt onder een gebrek aan concrete gegevens.' Dat lijkt me een legitiem doel voor een Wob-verzoek. Maar het wordt de Israël gunstig gezinde organisaties wel erg gemakkelijk gemaakt om de antisemitisme-kaart te trekken als je organisaties en mensen in zo'n aanvrage meeneemt die op het eerste gezicht misschien buiten de Israëllobby vallen, zoals de Nationale Coördinator Antisemitismebestrijding en het Simon Wiesenthalcentrum. Helaas zit daar nu juist het probleem. De steun voor de Israëlische bezettingspolitiek en de bemiddeling tussen de Israelische regering en de Nederlandse samenleving, de wetenschap en het bedrijfsleven gaat via vele kanalen. Wie wil uitzoeken hoe die relaties precies lopen zal een brede range aan contacten van de universiteiten moeten meenemen, inclusief talrijke Joodse organisaties die er blijk van hebben gegeven vierkant achter het huidige Israëlische beleid te staan.
De Kamerleden Segers (CU) en Ellian (VVD) hebben over de kwestie vragen gesteld die duidelijk zijn ingegeven door de verontwaardiging in bepaalde Joodse kringen. Ze spreken over 'een Wob-verzoek met een intimiderend karakter dat als antisemitisch wordt ervaren'. Een discutabele formule voor een verzoek om informatie. De stelling van de Kamerleden 'dat dit Wob-verzoek feitelijk neerkomt op het bekendmaken of (semi)overheidstellingen contacten hebben met Joden en organisaties van en voor Joden' miskent volledig de relevantie van het verzoek. Het gaat om het koloniseringsbeleid van Israël. Dat weten de Kamerleden ook, maar ze negeren dat heel bewust en gaan, geheel getrouw aan hun pro-Israëlische relaties, direct over op een suggestieve beschuldiging die in Nederland altijd doel treft: antisemitisme. Zo wordt de kritiek op de Israëlische bezettingspolitiek keer op keer verdacht gemaakt. Wie intimideert hier wie?
[foto: Enric Borràs CC]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten