29 april 2025

Een buiging voor China


Buitenlandse betrekkingen vormen nogal eens een reden om het recht op de vrijheid van meningsuiting wat minder serieus te nemen. Om de diplomatieke relatie niet te verstoren of buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders niet voor het hoofd te stoten. Nederland heeft tot vijf jaar geleden een strafrechtelijk verbod gehad op het beledigen van een buitenlands staatshoofd dat ons land bezoekt. Zonder die toevoeging over het bezoek gold het verbod tot 1978. Dat was na die fameuze processen tegen mensen die 'Johnson moordenaar' affiches op het raam hadden uit protest tegen de oorlog in Vietnam. In 1938 is op grond van het verbodsartikel 118 Sr iemand veroordeeld vanwege belediging van Hitler.

De NRC kwam onlangs op het spoor van een pijnlijke buiging voor een dictatoriaal land dat geen enkel respect heeft voor grondrechten als de vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren. Afgelopen januari kwam de Chinese vice-premier Ding Xuexiang op bezoek in Nederland. Nederland onthaalt Ding op het hoogste niveau. Een dag voor de ontmoeting met Schoof wordt hij door koning Willem-Alexander ontvangen op paleis Huis ten Bosch. China wil met het bezoek de banden met Europa aanhalen, aan het begin van de tweede termijn van Donald Trump. Daarnaast is er veel te bespreken over de toegang tot de chipmachines van ASML. Ding heeft zijn intrek genomen in het Marriot hotel, recht tegenover de ingang van het Catshuis waar hij premier Schoof gaat ontmoeten. Naast die ingang staat een groepje pro-Chinese studenten om hun landgenoot toe te juichen. Drie protestgroepen, de Falun Gong beweging, Tibetanen en Oeigoeren hebben op grote afstand van het Catshuis een plek gekregen. De Falun Gong mag bij de achteringang van het Catshuis staan, de  Tibetanen en de Oeigoeren staan zelfs om de hoek van de straat die Ding moet oversteken. Alle protestgroepen staan buiten gezichts- en gehoorafstand van de vice-premier. Hij ziet alleen zijn studenten die met achttien man op een rij een spandoek vasthouden: „Lang leve de Chinees-Nederlandse vriendschap!”

De Haagse politie geeft als reden waarom de tegendemonstranten op afstand zijn geplaatst dat de pro-China groep het eerst was. De gemeente Den Haag hanteert de regel 'wie het eerst komt...' De plek naast de hoofdingang was dus vergeven. De studenten blijken de aanvraag voor hun demonstratie al ingediend te hebben voordat er hier iets over het bezoek van hun vice-premier bekend was gemaakt. Vermoedelijk zijn ze getipt door de Chinese ambassade. Of opgetrommeld, misschien is dat een betere term. 

Dat de Chinezen het zo aanpakken mag geen verrassing heten. De Chinese studentenvereniging die eer kwam betuigen aan hun vice-premier werkt nauw samen met de Chinese ambassade. De Haagse politie kan wel verweten worden nalatig te zijn geweest bij de handhaving van het demonstratierecht. Volgens Amnesty schrijven internationale richtlijnen voor dat het first come, first served-principe juist zoveel mogelijk moet worden verméden. Alleen als er een clash tussen groepen demonstranten wordt voorzien kan hiervan worden afgeweken. Dat was hier niet het geval. Daarnaast moeten betogers ‘within sight and sound’ van hun doelwit kunnen demonstreren. Dat principe is hier zeker in het geval van de Tibetanen en Oeigoeren met voeten getreden. En alleen Nederland kan hiervoor verantwoordelijk gesteld worden. 

[plaatje: de ingang van het Catshuis, foto Roel Wijnants CC]

18 april 2025

Verbod fossiele reclame in Den Haag


In Den Haag is het vanaf 1 januari dit jaar verboden om buiten reclame te maken voor fossiele producten. Daaronder ook vliegreizen en cruisevakanties. Enkele reisorganisaties vechten het verbod aan. Ze vinden onder andere dat het verbod hun vrijheid van meningsuiting beperkt. Een opmerkelijk argument aangezien het grondwetsartikel dat de vrijheid van meningsuiting in Nederland garandeert juist voor handelsreclame een uitzondering maakt. 'Het vierde lid zondert het maken van handelsreclame uit van de bijzondere grondwettelijke bescherming van de vrijheid van meningsuiting, gegarandeerd in de eerste drie leden van artikel 7. Dit lid laat de regelgevende organen vrij binnen de kring van hun bevoegdheid voorschriften te stellen inzake het maken van handelsreclame, bijvoorbeeld een verbod te stellen met het oog op de bescherming van het landschapsschoon.'

De voorstanders van fossielvrije reclame verwijzen naar de beperkingen die al gelden voor tabak en alcoholhoudende dranken. Er zijn ook regels voor de beperking van reclame voor online gokken. In het kort geding dat de reisorganisaties tegen het verbod hebben aangespannen verdedigde de gemeente zich met een beroep op het algemeen belang. “De gemeente ziet een verbod op fossiele reclame als essentiële maatregel in de strijd tegen de schadelijke gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen”, sprak advocaat Bob Jaasma (Pels Rijcken) namens de gemeente. “Het reclameverbod is geschikt en noodzakelijk.” Reclame Fossielvrij benadrukte dat het recht op gezondheid en het recht op een leefbaar klimaat zwaarder wegen dan het recht van een bedrijf om reclame voor vervuilende producten te maken.

Volgende week horen we waar de rechter op uitkomt. Veel gemeentebestuurders kijken er naar uit. Haarlem heeft vleesreclames taboe verklaard, Amsterdam ziet ook liever geen reclames voor fossiele brandstoffen en de gemeenteraad van Bloemendaal riep op om reclames voor online gokken uit de openbare ruimte te weren. Juridisch is een verbod een complexe kwestie, maar niet onmogelijk. Dat erkent ook minister Hermans die om haar oordeel werd gevraagd over twee juridische publicaties over het onderwerp. Ze schrijft onder meer: 'Bescherming van de samenleving tegen klimaatverandering, kan een rechtvaardigingsgrond zijn voor een beperking van het vrij verkeer, mits onderbouwd kan worden welke bijdrage het verbod levert aan de bescherming van dit algemene belang. Het geadverteerde product of dienst zelf wordt immers niet verboden. Er is dus een onderbouwing nodig dat van een reclameverbod een ontmoedigende werking uitgaat tot het kopen van het geadverteerde product of dienst en dat het verbod bijdraagt aan minder CO2-uitstoot.' 

Het lijkt er niet op dat het kabinet hier snel werk van gaat maken. Als het om het bestrijden van de klimaatopwarming gaat zijn we voorlopig nog vooral afhankelijk van initiatieven uit de milieubeweging en rechterlijke uitspraken die zij of hun tegenstanders weten te ontlokken. 

Update: op 25 april heeft de rechtbank geoordeeld dat de Gemeente Den Haag fossiele reclame in de openbare ruimte mag verbieden.

[foto: Judy van der Velden CC]