17 april 2005

Proces tegen AIVD'er niet openbaar

Rechtspraak is in principe openbaar. Geheime processen horen bij een dictatuur. De rechtbank in Rotterdam gaat een uitzondering maken in het proces tegen de AIVD'er die informatie heeft gelekt naar van terrorisme verdachte personen. Opmerkelijk voor Nederland. Maar wel geheel in lijn met de vrijheid die de veiligheidsdiensten zich permitteren om de regels van een democratische rechtstaat in hun eigen voordeel te interpreteren en als het uitkomt te negeren. In hoeverre staat de AIVD buiten de wet? Dat is een terugkerende vraag als het over de AIVD gaat. Er is een Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (WIVD), maar die geeft zeer ruime bevoegdheden en voorziet nauwelijks in controle. Er is een Commissie van Toezicht die in algemene zin rapporteert over het handelen van de AIVD. Maar over het optreden van de AIVD in concrete zaken horen we ook van deze commissie niets. Dat moet uit veiligheidsoverwegingen allemaal geheim blijven. Hetzelfde geldt voor de parlementaire controle die plaatsvindt in een niet-openbare zitting van de fractievoorzitters van de grootste partijen.
Wat mij telkens weer verbaast is dat de AIVD (of vroeger de BVD) op zo'n makkelijke manier wegkomt met een beroep op zijn taak, die per definitie om vertrouwelijkheid vraagt. Operaties moeten vertrouwelijk blijven, maar betekent dat dan dat er geen enkele controle kan zijn? Dat alleen een minimale verantwoording hoeft te worden afgelegd? Mag onder het mom van vertrouwelijkheid alles worden gedaan op de wijze waarop de dienst dat het beste uitkomt?
En wat ik in het verband van dit proces zou willen weten is welke alternatieven in overweging zijn genomen. Is die geheimhouding zoals nu voorgesteld echt noodzakelijk? Advocaat Britta Böhler zegt in de NRC vandaag dat het gebrek aan openbaarheid het moeilijker maakt een behoorlijke verdediging te voeren. Böhler vindt dat het OM zich te veel laat leiden door de belangen van de AIVD. De vraag die daaraan toegevoegd kan worden is of we van de AIVD geen enkele aanpassing mogen verwachten om tegemoet te komen aan het belang van de openbaarheid? Te vaak zien we in de context van de terrorismebestrijding dat grondrechten het verliezen van de eisen die politie en inlichtingendiensten stellen om in alle vrijheid zonder veel controle hun werk te kunnen doen. En de openbaarheid sneuvelt daarbij meestal als eerste. Een makkelijk slachtoffer. Maar waar gaat het nu uiteindelijk om?

Geen opmerkingen: