29 september 2006

Turkse kandidaten houden hun eigen mening


Het CDA heeft twee Turkse kandidaten van de lijst gehaald omdat ze ondanks eerdere verklaringen toch bleven vasthouden aan het Turkse standpunt over de volkerenmoord die in 1915 op de Armeniërs heeft plaatsgevonden. Volgens Turkije heeft er geen genocide plaatsgevonden. En Tonca en Elmaci, die aangezocht waren voor een plaats op de kandidatenlijst van het CDA, hebben er nooit een geheim van gemaakt dat zij dit standpunt deelden. Vorige week echter verklaarden ze na een gesprek met CDA-voorzitter Bijsterveldt dat ze het CDA-standpunt (er was wél sprake van genocide) onderschreven. Maar deze week blijkt uit een Turkse krant dat ze dat helemaal niet doen. Het dreigement van een Turkse nationalistische aanklager dat hij er een zaak van zou maken heeft daarbij waarschijnlijk een rol gespeeld. Ze zeggen nu voor altijd bij het standpunt te blijven dat er geen genocide heeft plaatsgevonden. Ook de PvdA heeft iemand van Turkse afkomst van de lijst gehaald vanwege het standpunt over de volkerenmoord op de Armeniërs. Erdinc Sacan, die een massamoord nooit glashard heeft ontkend, vindt dat hij bij gebrek aan kennis over deze zaak niet tot een finaal oordeel kan komen. En volgens hem is dat precies hetzelfde standpunt als dat van de nr. 2 op de PvdA-kandidatenlijst, Albayrak. Pikant is dat juist deze week het Europese Parlement de erkenning van de genocide niet meer als voorwaarde ziet voor de toetreding van Turkije tot de EU.
Wat rechtvaardigt een dergelijke beperking van de vrije meningsuiting voor deze Turkse kamerkandidaten? Het is duidelijk dat de Turken op dit punt tussen twee vuren zitten. Elke keuze die ze maken levert hen verlies op.
Ze zijn opgegroeid met de Turkse nationalistische visie waarin sprake is van een conflict waarin aan beide kanten mensen sneuvelden. Volledige ontkenning of zelfs omdraaiing van deze visie doet hen van hun land, familie en tradities vervreemden. Er aan vasthouden betekent dat ze in de ogen van veel Nederlanders niet geslaagd zijn voor de integratietoets.
Waarom zouden CDA en PvdA hun mening niet kunnen respecteren? Gaat het er om fractiediscipline op voorhand af te dwingen? Het is toch wel eerder voorgekomen dat leden van de Tweede Kamer, die overigens op persoonlijke titel gekozen worden, een voorbehoud maken ten aanzien van een bepaald punt uit het programma van hun partij. Gaat het er om compassie te tonen met de nabestaanden van de Armeniërs die zijn omgekomen? Het initiatiefwetsontwerp van de ChristenUnie om ontkenning van genocide strafbaar te stellen is volgens indienster Huizinga vooral voortgekomen uit dit motief. De Armeense massamoord uit 1915 is nog steeds haar grote voorbeeld. Maar juristen twijfelen aan de haalbaarheid van zo'n wet. De geschiedenis kent altijd vele lezingen. De rechter zal niet graag op de stoel van de historicus gaan zitten. En kan het al dan niet tonen van compassie strafbaar gesteld worden?
Of is het besluit van de politieke partijen vooral ingegeven door angst? Angst voor de Nederlandse kiezer die in het spoor van de politieke meerderheid van de laatste jaren van allochtonen volledige aanpassing eist. Taal, normen en waarden, en ook lezingen van de geschiedenis. Pas je aan, vergeet je land van herkomst, neem onze visie op de geschiedenis helemaal over. En laat ons niets meer horen uit je land van herkomst, op straffe van uitsluiting. Officieel heet het integratie, in werkelijkheid is het assimilatie. Hoe valt deze dwang tot het veranderen van een standpunt te rijmen met de zo hoog geprezen vrijheid van meningsuiting in Nederland. Die vraag zou ik wel eens aan het CDA en de PvdA willen voorleggen.

Foto: herdenking van de genocide in een Armeense katholieke kerk, bron:
fred.bouaissi.org/

,

Geen opmerkingen: