05 oktober 2007

Plasterk als zedenmeester


‘De seksuele moraal laat zich niet of nauwelijks door een overheid reguleren en dat moet ook niet,’ zegt Femke Halsema in een commentaar op de teleurstellende emancipatienota van minister Plasterk. Waarom zegt zij dat? Is dat niet vanzelfsprekend dan? Kennelijk is dat niet het geval en moet ook het minst gelovige lid van deze regering er op gewezen worden dat hij in zijn positie niet het recht heeft op een rol als zedenmeester.
In de nota staat dat het kabinet zich zorgen maakt over de 'seksualisering' van de maatschappij en dat de beelden van vrouwen en meisjes moeten worden bijgesteld. Er is voor zover ik weet geen kabinet dat zich ooit een dergelijk standpunt heeft gepermitteerd. Is het slordigheid of goedkoop willen scoren? Tweede Kamerleden kunnen de zorgen die bij burgers leven verwoorden. De regering kan daarop reageren met maatregelen, nieuwe wetten, uitgaven of bezuinigingen. Maar een regering kan niet het denken van mensen of de verbeelding daarvan reguleren. Dat is een vorm van paternalisme waarvoor, naar ik vurig hoop, in Nederland geen meerderheid te vinden is. Maar soms lijkt het er wel op.
Zorgen over de verspreiding van verknipte ideeën en walgelijke beelden zijn er niet ten onrechte. Het lastige is dat de problemen niet verdwijnen als de beelden uit de wereld zijn. Daarom wordt de positie van meisjes ook niet verbeterd door andere beelden. Pornografie is in Nederland niet verboden, wel het misbruik van kinderen en de mishandeling van vrouwen. Het aanpakken van beelden is, nog los van de strijdigheid met onze grondrechten, niet zinvol en verdoezelt de echte problemen. Dat geldt trouwens voor meer onderwerpen waar de uitingsvrijheid in het geding is. Het heeft iets gemakzuchtig: houd je mond en verberg het beeld, dan worden we er niet mee lastiggevallen. Het is bedroevend dat een dergelijke houding tot in het kabinet is doorgedrongen.

,

Geen opmerkingen: