18 mei 2012

De arrogantie van de journalistiek

De persvrijheid in Nederland is in vergelijking met vele andere landen groot. In de meest recente Press Freedom Index van Reporters sans Frontières staat Nederland met Estland op een gedeelde derde plaats achter Finland en Noorwegen. Nederland heeft geen speciale perswetten waar journalisten rekening mee moeten houden. Er is -naast een mogelijk beroep op de gewone rechter- wel een klachtenorgaan: de Raad voor de Journalistiek (RvJ). Deze Raad, die door de media zelf in het leven is geroepen, "buigt zich over de vraag of een journalist zorgvuldig zijn werk heeft gedaan en of met een publicatie – kort gezegd – grenzen van journalistieke ethiek zijn overschreden." De Raad deelt geen straffen uit. Het doel van de uitspraken is een bijdrage te leveren aan de meningsvorming over de journalistieke gedragsregels.
Ondanks dit bescheiden doel is de Raad vanaf de oprichting in 1960 omstreden geweest. Sommige media hebben openlijk verklaard zich niets van de uitspraken van de Raad aan te trekken. De Telegraaf, Elsevier, TROS Radar en Opgelicht en nu ook Het Parool erkennen de RvJ om uiteenlopende redenen niet.

In het tv-programma Waan van de Dag verklaarde Ronald Ockhuizen, adjunct-hoofdredacteur van het Parool waarom deze krant niets meer met de RvJ te maken wil hebben. Concrete aanleiding zijn de klachten die "louche" types bij de Raad indienden tegen de misdaadverslaggeving van Het Parool. Ockhuizen meent dat zij dat doen om in tweede instantie bij de rechter hun gelijk te halen en de krant te laten veroordelen wegens een onrechtmatige daad. De RvJ wordt misbruikt en de krant moet twee keer komen opdraven. Maar hij heeft een veel algemener bezwaar tegen de Raad. Journalistieke ethiek vindt hij veel te vaag. En de RvJ is met zijn lekenrechters niet in staat te oordelen over complexe journalistiek. "Wij hebben de Raad daarvoor helemaal niet nodig. Wij kunnen heel goed naar ons zelf kijken. Ik beantwoord zelf dagelijks klachten van lezers."
Is dat niet een beetje arrogant? vroeg presentatrice Clairy Polak aan collega Ockhuizen. Victor Lebesque, oud-journalist van De Volkskrant en voorzitter van de RvJ gebruikte dat woord niet, maar maakte zich wel boos over zijn opstelling. "De argumenten van Het Parool kloppen gewoon niet." De meerderheid van de Raad is journalist, dan wel professioneel actief op het gebied van de journalistieke ethiek. Een kwart van de leden bestaat uit gewone burgers. De Raad is toegankelijk voor iedereen die klachten heeft. De rechter is veel minder toegankelijk en oordeelt ook anders. Bij de rechter gaat het om onrechtmatigheid, bij de RvJ om onbehoorlijkheid. En dat de media klachten zelf naar tevredenheid kunnen behandelen blijkt niet uit de praktijk. Als er bij de RvJ jaarlijks honderden klachten binnen komen kun je niet zeggen dat het zelfregulerend vermogen van de beroepsgroep goed werkt, zegt hij in een interview in NRC Handelsblad van 12 mei.

Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier, het weekblad dat al veel langer is afgehaakt, maar onlangs nog een veroordeling van de RvJ aan de broek kreeg, ziet nog een ander bezwaar. De Raad is een juridisch orgaan geworden. Het zou beter zijn als alleen journalisten de Raad vormen. "Van het keuren van eigen vlees is geen sprake, want de keuring geschiedt immers door de concurrentie. Daarbij, als het zelfregulering heet, dan moeten we het als journalisten ook zelf doen." Hij stelt ook voor alleen individuele klagers toe te laten en geen belangenorganisaties (die een klacht tegen de media gebruiken om politiek een punt te maken). En hij vindt dat klagers eerst het betreffende medium zelf moeten aanspreken. Zo wordt de Raad ontlast en gezien de aangekondigde bezuinigingen (Lebesque: het wordt vrijwilligerswerk) is dat hard nodig.

De niet aflatende kritiek vanuit de beroepsgroep op de Raad voor de Journalistiek irriteert. De Raad bestaat omdat we in Nederland afzien van perswetten die overal in de wereld de media aan banden leggen. Vele collega-journalisten over de grens zullen jaloers zijn op de persvrijheid in Nederland. Wat is in vredesnaam dan nog het bezwaar tegen de mogelijkheid van lezers of kijkers om een  klacht in te dienen bij een onafhankelijk orgaan, dat geen recht spreekt, niet straft, maar uitspraken doet over de grenzen van de persvrijheid ter bevordering van de journalistieke ethiek. Natuurlijk moeten journalisten hun eigen ethische normen bespreken en hoog houden. Maar het idee dat ze daarvoor geen input nodig hebben van een orgaan als de RvJ is stuitend. Geen enkele beroepsethiek kan het zonder externe bijdragen stellen. Het idee dat journalisten onder ons gaan uitmaken wat wel en niet kan is niet alleen strijdig met de beroepsethiek, het is een gevaar voor de persvrijheid zelf.

Update: Villamedia publiceert een aantal commentaren op de uitspraak van de RvJ over de klacht van Brinkman tegen Elsevier. Er is weinig begrip voor het gegrond verklaren van deze klacht. Volgens de commentatoren gaat de Raad er ten onrechte van uit dat ook van columnisten hoor-en-wederhoor verwacht mag worden. Zo te zien heeft de RvJ met deze uitspraak zijn gezag niet versterkt.











Geen opmerkingen: