Landbouwgif met neonicotinoïden moet volgens de Tweede Kamer en de Europese Commissie verboden worden bij gewassen die het meest bezocht worden door bijen. Het gif wordt verantwoordelijk gehouden voor een teruglopende bijenstand. Een discussie op Radio 1 (4 februari) over dit onderwerp tussen Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren en Michael Kester, directeur van Syngenta, het bedrijf dat deze pesticiden produceert, spitste zich toe op de openbaarheid van het onderzoek dat Syngenta heeft verricht. Het bedrijf zegt op basis van eigen onderzoek dat de oorzaak van de bijensterfte gelegen is in de varroamijt, die inmiddels in vrijwel elke bijenkast zou voorkomen en door parasiteren en virusoverdracht de bijenlarven verzwakt. Dat onderzoek is echter niet openbaar. Alle openbare onderzoeken wijzen volgens Ouwehand in een andere richting: de pesticiden. Kester wil zijn onderzoek uit concurrentieoverwegingen niet openbaar maken zodat geen collegiale toetsing kan plaatsvinden. Maar iedereen kan bij hem langskomen om het onderzoek in te kijken. Hij zegt te voldoen aan de voorwaarden voor dit soort onderzoek die de EFSA, het Europese Voedselveiligheidsagentschap, stelt. De EFSA heeft overigens zelf geconcludeerd dat het gebruik van neonicotenoïden één van de voornaamste oorzaken is voor die bijensterfte. Daarom heeft het instituut Eurocommissaris Borg ook geadviseerd een moratorium in te stellen voor deze middelen.
Ouwehand plaatste Syngenta voor de keus: u kunt met een openbaar onderzoek dat beschikbaar gesteld wordt voor collegiale toetsing proberen aan te tonen dat uw product veilig is. Zo lang dat niet gebeurt moeten wij uit voorzorg, gezien de resultaten van vele onderzoeken die wél openbaar zijn, dit gif verbieden. Stel je voor dat we straks geen bijen meer hebben. Directeur Kester ging er niet op in. De concurrentie domineert kennelijk zijn wereldbeeld. Wellicht hoopt hij op succes van lobbyisten in Brussel die het tij nog kunnen keren.
De farmaceutische industrie kan er ook wat van. Vorig jaar weigerde Roche openheid van zaken over zijn griepremmer. Driekwart van de negatieve resultaten van onderzoeken door de industrie wordt niet in vakbladen
gepubliceerd, maar op weinig gelezen websites. Zo omzeilt men
de publicatieplicht, schreef de Volkskrant vorig jaar. Dat is al beter dan vroeger, toen negatieve resultaten helemaal niet werden gepubliceerd. Maar omdat die weggestopte onderzoeken nu ook niet door collega's worden getoetst zoals dat bij publicaties in vakbladen wel het geval zijn we eigenlijk nog even ver van huis.
Bedrijfsbelangen hinderen op deze manier een betrouwbare volksgezondheid en voedselveiligheid. Ooit beloofde de Verlichting de mensheid een beter bestaan met kennis die het mogelijk maakte ziekte en ellende uit het leven te bannen. Nog altijd blijven we op sommige punten in het duister tasten omdat onderzoek wordt gemonopoliseerd door private belangen. Vanuit het algemene belang gezien zou alle kennis die onze gezondheid en het leefmilieu betreft toch volledig en zonder beperkingen openbaar moeten worden gemaakt. Wat het leven zelf raakt hoort niet ondergeschikt te zijn aan "concurrentieoverwegingen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten