De actie van Asscher kreeg even de aandacht deze week. Maar het schelden op politici gaat natuurlijk gewoon door. In Trouw schrijft Nelleke Noordervliet vandaag dat we allemaal wat zachter zouden moeten gaan praten. De schreeuwers die klagen dat "ze niet luisteren" zijn zelf doof. Ze zijn niet in staat het democratische spel van geven en nemen te spelen. "Ze roepen zo hard dat er geen tegengeluid kan doordringen. Daardoor verstoren ze moedwillig het democratische proces."
De
achtergrond van al die hufterigheid ligt volgens sommigen in de aard van de
sociale media. "Denker
des vaderlands" Marli Huier meent dat sociale media de afstand tussen burgers en
politici vergroot. Het ontbreken van matigend fysiek contact zou mensen eerder
verleiden om uit te halen. "Hoe grof ook, in het publieke domein kun je
elkaar achteraf aanspreken op wat je zegt. Grof taalgebruik houdt daar een
risico in. Dat risico is belangrijk. Van oorsprong riskeerden mensen zelfs hun
leven om een afwijkend standpunt te verwoorden. Sociale media vergroten eerder
de afstand tot elkaar, terwijl ze elk risico uitbannen. Met als gevolg dat we
gaan schelden en zonder repercussies de meest verschrikkelijke dingen kunnen
zeggen."
Het is een bekende klacht: alleen achter de pc krijgt de woede alle kans en gooien mensen
alles eruit. Daarbij komt dan de aanstekelijkheid van even woedende medeburgers
die een spiraal in gang zet van gedurfde scheldpartijen waarin elke rem lijkt
te ontbreken.
De
verwijzing naar de sociale media laat de vraag naar de herkomst van de woede
liggen. De behoefte om te schelden kan niet alleen verklaard worden uit de beschikbaarheid van een toeter. Er is wel degelijk een probleem met het gebrek aan vertrouwen van burgers in politici, een in de grond sociaal probleem. Dat is de groeiende afstand tussen een veelal hoog opgeleide en sociaal vaardige elite die het voor het zeggen heeft in alle politieke organen en een grote groep mensen die daarbuiten staan en zich niet serieus genomen voelen. Terecht of niet terecht. Daar valt een hoop over te zeggen. Het meest verontrustende vind ik dat die kloof door de politieke elite nog nauwelijks als probleem wordt gezien en in elk geval tot nu toe niet tot een andere toon in het politieke debat heeft geleid.
De scheldpartijen zullen daarom voorlopig nog wel even aanhouden, schat ik. Ten gunste van de geblondeerde opperscheldmeester die alsmaar klimt in de peilingen. De verstoring van het democratisch proces die Nelleke Noordervliet ziet optreden komt echter niet van één kant. Scheldpartijen ontstaan in een interactief proces waarin één partij niet als enige de schuld gegeven kan worden. Maar dat de democratie geschaad wordt is zeker. Deze week werd bekend dat zeven procent van de raadsleden overweegt te stoppen als
raadslid als gevolg van de bejegening van bestuur en raad. Daarnaast
twijfelt 12 procent van de raadsleden of zij beschikbaar zijn voor een
nieuwe raadsperiode. Dat betekent een ondergraving van een van de belangrijkste principes van de democratie: zonder enige hinder standpunten kunnen uitdragen. Het is onbegrijpelijk dat dit probleem daarom niet hoog op de politieke agenda staat in alle politieke kringen. Asscher's incidentele actie is slechts een druppel op de gloeiende plaat. Leuk voor de media, maar absoluut onvoldoende om de democratie duurzaam te beschermen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten