Over klokkenluiders heb ik in de loop van de tijd op dit blog al veel geschreven, zoals hier, hier, hier en hier. Om een paar voorbeelden te noemen. Het is een treurig vervolgverhaal, gezien vanuit het oogpunt van de openbaarheid die zo wezenlijk is voor een goed functionerende democratie. Meestal verliest de klokkenluider het van machtige bazen die schending van de integriteit, fraude en ander dubieus handelen ter wille van hun positie en reputatie verborgen willen houden. "Drie op de vier klokkenluiders heeft negatieve gevolgen ondervonden als
gevolg van zijn melding", schreef het Adviespunt Klokkenluiders van enkele jaren geleden. "Onder negatieve
gevolgen wordt onder meer verstaan: pesten, buiten sluiten, het moeten
ziekmelden, overplaatsing, demotie, het niet verlengen van een contract
of ontslag."
Zoals Sheila Sitalsing
in De Volkskrant schreef zijn klokkenluiders wel goed voor spannende
speelfilms, maar eindigen zij in het werkelijk leven zelden als
populaire types. Integendeel. Wie een misstand wil aankaarten moet er
rekening houden dat je als klokkenluider veel shit over je heen krijgt
en niet snel in het gelijk wordt gesteld. Uiteindelijk trekken de
autoriteiten, de zittende bestuurders van instanties en bedrijven
in de meeste gevallen aan het kortste eind.
Na jarenlang soebatten in de Haagse politiek is er anderhalf jaar geleden eindelijk en beetje bescherming voor klokkenluiders geregeld. Sinds 1 juli 2016 is er een nieuwe wet en een Huis voor Klokkenluiders. Maar nauwelijks een jaar na de start van dit instituut is er al weer een crisis uitgebroken. Het Huis heeft nog geen enkel onderzoek afgerond. Er is verdeeldheid bij zowel bestuur als medewerkers, constateerde adviseur Maarten Ruys die de problemen moest onderzoeken. Bovendien
ontbreekt bij de medewerkers draagvlak voor het bestuur als
geheel. Ruys adviseert om een interim-bestuur verantwoordelijk te maken
voor de herstart van het Huis voor Klokkenluiders 2.0. Begin deze maand is een interim-bestuurder benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken.
Na deze pijnlijke geschiedenis van het slecht functionerende Huis voor Klokkenluiders kwam er uit Luxemburg eindelijk eens een keer een positief bericht over een niet onbelangrijke klokkenluider, Antoine Deltour. Deltour, voormalig werknemer van accountantskantoor PwC, is de man van de Luxleaks. Hij speelde met zijn collega Raphaƫl Halet informatie over 300 belasting ontwijkende multinationals door
aan de Franse TV-journalist Edouard Perrin. Deltour en Halet kregen daarvoor voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes. Het Luxemburgse Hof van Cassatie heeft de zaak van Deltour nu teruggewezen naar het gerechtshof. Merkwaardigerwijs blijft de boete voor Hallet gehandhaafd. Maar het goede nieuws is dat het Hof tot de correctie besloten heeft omdat Deltour erkend had moeten worden als klokkenluider. En niet behandeld mag worden als een gewone crimineel.
Het gebrek aan respect voor klokkenluiders vind ik onbegrijpelijk. Natuurlijk zijn er in elke organisatie vervelende, tijd en aandacht opeisende zeurkousen die puur uit frustratie zaken aankaarten of enkel op persoonlijke wraak uit zijn. Maar alle protocollen en procedures voor klokkenluiders zijn streng genoeg om de onzin er uit te zeven. Wat rest is doorgaans van grote waarde voor het gezond maken of houden van een organisatie en voor het bevorderen van de integriteit van zowel medewerkers als bestuurders. Klokkenluiders zouden daarvoor beloond moeten worden. En hun voorbeeld hoort breed uitgemeten te worden in de media, zodat mensen aangespoord, in plaats van zoals nu ontmoedigd worden om zaken aan te kaarten die alleen maar tot verbetering van de organisatie kunnen leiden. En in het geval van de overheid bovendien tot grotere transparantie die het vertrouwen in het bestuur kan doen groeien. Ik zie eigenlijk alleen maar winst als we het klokkenluiden aanmoedigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten