27 juni 2025

Kruiperigheden en tegenspraak



Het opmerkelijkste feit van de afgelopen NAVO-top was niet het besluit om de bewapeningsuitgaven drastisch te verhogen. We wisten dat dat ging gebeuren. Opmerkelijker was de manier waarop Rutte, Schoof, Willem-Alexander en vele anderen bereid waren voor Trump te knielen, hem stroop om de mond te smeren en hem te behandelen als een groot kind dat tevreden gesteld moet worden om te voorkomen dat hij stennis zou gaan schoppen. Alles ter wille van de welbehagen van koning Donald. In Nieuwsuur vroeg Eelco Bosch van Rosenthal, toch bepaald geen journalist die zijn mening uitvent, of het sms'je van Rutte waarin hij Trump de hemel in prees niet 'kruiperig' genoemd kon worden. 

Het lijkt op een middeleeuwse sprookje waarin de hofhouding alles doet om het de koning naar de zin te maken en alles nalaat wat zijn boosheid op zou kunnen wekken. Maar het is 2025 en we leven in een democratie die het feodalisme achter zich heeft gelaten; althans dat was toch de bedoeling. Helaas zien we de afgelopen jaren een trend richting autoritair leiderschap van 'grote kinderen' die met hulp van uitgekiende en kostbare mediacampagnes de macht weten te veroveren waarna ze zich alleenheerser wanen. En een van de kenmerken van zo'n alleenheerser is dat hij net als zijn pre-moderne voorgangers geen enkele tegenspraak duldt. 

Het huidige hoofd van de Nederlandse hofhouding, premier Dick Schoof, heeft zich tegenover Trump laten kennen als iemand die deze trend zeker niet gaat keren. Hij zat naast de president toen die op een persconferentie uitviel naar journalisten. 'Over de berichtgeving van The New York Times en CNN: dat het Amerikaanse bombardement van vorige week op Iran de nucleaire installaties daar niet zo zwaar zou hebben beschadigd als de bedoeling was. Trump noemt ze „fake media”, de journalisten zijn volgens hem „disgusting and really horrible groups of people”.' 

Schoof zit ernaast en zegt niets. Nu zou je dat misschien nog kunnen verdedigen met respect voor een gast die je de vrijheid gunt er het zijne van te zeggen. Maar Schoof weigert ook buiten het gehoor van Trump diens scheldpartij te veroordelen. Hij komt niet verder dan:  'Ík zou nooit zo met de pers omgaan, en daar gaat het voor mij om. Ik laat me niet op zo’n manier uit (...) Wat Trump zegt gaat over de Amerikaanse context en dat láát ik ook daar en daarom heb ik me er niet mee bemoeid.' Maar het gaat hier natuurlijk niet om een puur Amerikaanse binnenlandse aangelegenheid. De manier waarop Trump met de pers omgaat is ook relevant voor bondgenoten die hem de hemel inprijzen zoals Nederland. Al was het maar om geen verkeerde suggesties te wekken. 

Schoof had moeten zeggen dat het een president van een in principe nog steeds als democratisch beschouwd land niet past om zo tegen de pers te keer te gaan. De berichtgeving waar Trump zich aan stoorde laat juist de waarde van de vrije pers zien: tegenwicht bieden tegen de almacht van de staat die niet de hele waarheid vertelt. Als Schoof, zoals hij zegt de persvrijheid liefheeft had hij niet alleen afstand moeten nemen van de terminologie van Trump. Hij had duidelijk moeten maken dat de door Trump aangevallen media precies doen wat ze in een democratie behoren te doen: tegenspraak leveren. Wie dat niet weet te waarderen verzaakt aan een van de belangrijkste waarden van ons politieke systeem. 

 [illustratie: Wendy Lefkowich CC]

16 juni 2025

Persvrijheid beschermen


In de jaarlijkse Persvrijheidsindex van RSF (Reporters Sans Frontières) staat Nederland dit jaar op de derde plaats. Geen reden om ons zorgen te maken, dus. Lijkt het. Maar toch. De vrijheid van de media blijft waakzaamheid vereisen. Die vrijheid is namelijk afhankelijk van een context van de democratische rechtsstaat die in toenemende mate onder druk staat. Vrije media passen in een democratische cultuur. Maar wat gebeurt er als de politieke cultuur steeds meer onder invloed komt te staan van autoritaire, illiberale tendensen? Het kan snel afgelopen zijn met de persvrijheid zoals Hongarije laat zien. En dan de VS, al tachtig jaar cultureel, economisch en politiek hét grote voorbeeld voor Nederland. Direct na de start van de tweede termijn van Trump schreef  Katherine Jacobsen van het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ): "Het is voor journalisten steeds moeilijker om hun werk goed te doen. Als dit zo doorgaat, dan zou Amerika het nieuwe Rusland kunnen worden."

De NVJ (Nederlandse Vereniging van Journalisten) vindt in reactie op de Persvrijheidsindex dat er geen reden is voor een juichstemming. 'De publieke omroep krijgt te maken met ingrijpende bezuinigingen. Journalisten hebben in toenemende mate te maken met geweldsincidenten, schadelijke politieke retoriek en juridische intimidatie (SLAPP-zaken). Er zijn zorgen over de mediaconcentratie in Nederland en de toegang tot informatie.' De huidige -inmiddels demissionaire- regering kan niet beschouwd worden als actieve beschermer van de vrijheid in de media. De openbaarheid van informatie wordt eerder tegengewerkt dan bevorderd, zoals bijvoorbeeld bleek bij de weigering van BBB-minister Wiersma om emissiegegevens van boeren openbaar te maken. De NVJ is voorts bezorgd over het toenemend aantal bedreigingen van journalisten. In totaal hebben in 2024 journalisten 249 keer melding gedaan van een incident bij PersVeilig, tegenover 218 keer in 2023 en 198 keer in 2022.

Het is allemaal onderdeel van de gure politieke wind die ook in Nederland is gaan waaien. Rechtse en extreemrechtse politici bevorderen een antidemocratische stemming waar de vrije pers en de vrijheid van meningsuiting het slachtoffer van worden. Belangengebonden digitale media winnen terrein. Het vertrouwen in de klassieke, onafhankelijke media staat op het spel. Het tegenwicht moet volgens Wytse Vellinga, coördinator journalistieke verantwoording bij de Ombudsman voor de Publieke Omroepen, gevonden worden in actief werken met de journalistieke ethische codes. En dat dan ook laten zien. En niet alleen als het een keer fout is gegaan, maar standaard als verantwoording van een betrouwbare werkwijze. 'De journalistiek moet niet wachten op regulering van buitenaf, maar moet zelf transparanter zijn over de journalistieke werkwijze en ruimte creëren voor zelfreflectie.' 

Openheid, bereidheid om verantwoording af te leggen en zelfreflectie: precies die kenmerken ontbreken bij extreemrechts en juist daarom kunnen ze als wapen ingezet worden om antidemocratische politieke tendensen te bestrijden. 

 [foto: Joe Brusky CC]