22 mei 2011

VVD knielt voor SGP


Het opportunisme van de regerende liberalen heeft een nieuw hoogtepunt bereikt in het intrekken van de steun aan een wetsontwerp voor de afschaffing van het verbod op godslastering. Als kamerlid tekende Fred Teeven voor het initiatief van D66 en de VVD om art. 147, het verbod op smalende godslastering, uit het Wetboek van Strafrecht te schrappen. Als staatssecretaris in het CDA-VVD kabinet dat morgen de kans loopt in de Eerste Kamer een meerderheid van oppositiepartijen tegenover zich te krijgen leek het hem beter zijn handtekening onder het ontwerp weg te halen om de SGP gunstig te stemmen. Die partij, verklaard tegenstander van afschaffing van het verbod, zou in de Eerste Kamer wel eens de doorslag kunnen geven. "Voor wat hoort wat" zei SGP-senator Holdijk gisteren in Nieuwsuur. De VVD aanvaardt de realiteit en neemt een loopje met haar principes.

De VVD-move is een slag in het gezicht van de niet-religieuze meerderheid van de Nederlandse bevolking. Het lijkt er op alsof we nooit van dit obsolete, sinds lang niet meer gebruikte, puur symbolische wetsartikel af kunnen komen. Al in 2004 was er een meerderheid in de Tweede Kamer voor afschaffing van het verbod op godslastering toen minister Donner voorstelde om het artikel nieuw leven in te blazen. In de nadagen van de moord op Theo van Gogh vonden ook de voorstanders van afschaffing het echter niet opportuun om dat signaal op dat moment af te geven. In de nieuwe CDA-PvdA-CU regering werd Hirsch Ballin minister van Justitie. Hij had ook moeite met afschaffing van het verbod. Opvallend was toen de opportunistische houding van de PvdA die zijn coalitiegenoten niet onder druk wilde zetten. Uiteindelijk denkt Hirsch Ballin in 2008 toch een uitweg gevonden te hebben door de afschaffing van art. 147 te koppelen aan een wijziging van het artikel dat discriminatie en belediging van bevolkingsgroepen op grond van o.a. godsdienst verbiedt (137 c.). Hij wil niet alleen het beledigen van mensen strafbaar blijven stellen, maar ook het kwetsen "van wat voor hen heilig is". Dus een verbod op godslastering in een nieuw jasje, eigenlijk zoals zijn collega Donner in 2004 al voorstelde. De aantasting van de vrijheid van meningsuiting blijft, de ongelijke behandeling van gelovigen en niet-gelovigen eveneens, hoezeer Hirsch Ballin zich daar tegen poogde te verweren. Zijn plan heeft het ook niet gehaald. En nu is er nog het VVD-D66 wetsontwerp uit de vorige periode dat heel eenvoudig alsnog, in overeenstemming met de wil van een kamermeerderheid, afschaffing van art. 147 bepleit. Jammer dat er niet eerder over gestemd is. De uitingsvrijheid is bij de opportunistische VVD ondanks alle imagebuilding niet in goede handen.

,

Geen opmerkingen: