30 januari 2014

Het gelijk van Snowden

Vorige week beantwoordde klokkenluider Edward Snowden vanuit zijn schuilplaats in Rusland via Twitter vragen over de betekenis van zijn onthullingen en over zijn eigen positie. Wat ziet hij nu als de grootste schade van de mass surveillance die hij aan het licht heeft gebracht? Snowden noemt twee negatieve effecten van de ongebreidelde spionage van de Amerikaanse NSA en andere inlichtingendiensten.




Het eerste is de aantasting van de vrijheid die onvermijdelijk plaats vindt als mensen zich bespied weten:

 The first is the chilling effect, which is well-understood. Study after study has show that human behavior changes when we know we’re being watched. Under observation, we act less free, which means we effectively *are* less free.

Dit chilling effect op de vrijheid van spreken en handelen zal niet door iedereen erkend worden. De vrijheidsclaim is in ons type maatschappij zo'n wezenlijk onderdeel van de ideologie dat mensen niet snel zullen toegeven dat ze zich voor anderen inhouden. Ik doe wat ik doe en ik zeg wat ik wil. Maar in de praktijk leggen we onszelf natuurlijk wel bewust of onbewust beperkingen op als we in beeld zijn. Het zal verschillen van situatie tot situatie, maar de beschaving heeft ons al vanaf de oertijd geleerd dat het goed is om rekening te houden met elkaar. Het is niet alleen normaal, maar in bepaald opzicht ook gewenst. Zonder elementair fatsoen is geen samenleving mogelijk.
Toch is het terecht dat Snowden dit chilling effect van spionage noemt. Mensen kunnen elkaar houden aan fatsoensregels, maar de staat hoort zich terughoudend op te stellen. De enige grond voor de staat om de vrijheid van spreken en handelen van burgers te beperken is gelegen in de wet die deze burgers zelf via hun democratische vertegenwoordigers hebben opgesteld. Inlichtingendiensten zullen dus uitsluitend kunnen opereren in het directe verlengde van de taken die de staat wettelijk zijn toebedeeld. En ze zullen zich daarvoor uiteraard volledig moeten verantwoorden. Dat in de VS en vele andere landen aan beide voorwaarden niet is voldaan, zoals blijkt uit Snowden's onthullingen, is het meest kwalijke aan deze zaak. De ongebreidelde spionage wijkt daarmee in feite niet af van de Stasi-praktijken in de voormalige DDR en andere communistische landen waar burgers voortdurend op hun woorden moesten letten.

Het tweede schadelijke effect dat Snowden noemt is de onuitputtelijke bron van gegevens over het leven en het denken van onschuldige mensen die tot stand komt en, zoals het er  nu naar uitziet, tot in lengte van dagen bewaard wordt. Als je ooit nog eens in aanraking zou komen met de politie kan er uit deze bron altijd wel iets gehaald worden om je verdacht te maken, ook al ben je onschuldig. Dit geeft de staat een enorme macht over de maatschappij en is in tegenstelling met alle waarden en idealen die tot nu toe gekoesterd zijn in westerse democratische rechtsstaten. Hiermee wordt de basis gelegd voor de politiestaat, zegt Snowden min of meer:

Fundamentally, a society in which the pervasive monitoring of the sum of civil activity becomes routine is turning from the traditions of liberty toward what is an inherently illiberal infrastructure of preemptive investigation, a sort of quantified state where the least of actions are measured for propriety

Maar het is niet alleen de staat die de burger bedreigt met een totalitaire onderzoeksinfrastructuur. De grote internetbedrijven gaan voorop met technologie die alles van iedereen probeert bij te houden om het commerciƫle belang zo precies mogelijk te kunnen dienen. Google, Facebook en de NSA kunnen elkaar de hand geven. Voor de bescherming van de privacy moeten we dus zeker verder kijken dan de mass surveillance van inlichtingendiensten.

De punten die Snowden noemt zijn ernstig genoeg om hem dankbaar te zijn voor de onthullingen die hij heeft gedaan. De reserves die de Europese autoriteiten nog steeds aan de dag leggen om hem in bescherming te nemen zijn verontrustend. Ze geven de inlichtingendiensten zo een vrijbrief om door te gaan op de bekende weg. Om zonder scrupules voor de wet, in alle vrijheid en in alle beslotenheid te blijven opereren. Wij staan boven de wet. Je hoort het in de VS en in Groot-Brittaniƫ. Een forse correctie op die houding is buitengewoon urgent. In Nederland heeft het parlement de kans dit te doen in reactie op lopend onderzoek van de Commissie van Toezicht op de inlichtingendiensten (CTIVD) en de onlangs geadviseerde verdere verruiming van de bevoegdheden van de inlichtingendiensten. En de rechter kan zijn steentje bijdragen in het proces van Alberdingk Thijm c.s. tegen minister Plasterk.


Geen opmerkingen: