In de vijfde klas van de lagere school had ik een vriendinnetje. Op
de dorpskermis poseerden we innig, arm in arm voor de fotograaf. De
foto's konden na het feest afgehaald worden bij de plaatselijke
sigarenboer die in zijn etalage een selectie had tentoongesteld. Daar
ontdekte mijn vader onze foto. Altijd beducht voor wat anderen over hem
en zijn gezin zouden kunnen zeggen, kocht hij de foto meteen en borg hem
op in de linnenkast. Zonder mij iets te vertellen. Dat was eind jaren
vijftig.
Helemaal vergelijkbaar is het niet, maar ik moest aan deze geschiedenis denken bij het bericht over een vonnis van het Europese Hof van Justitie dat
verstrekkende gevolgen kan hebben voor het vrije verkeer van
informatie. Het Hof van Justitie sommeerde internetgigant Google om
verwijzingen naar twee krantenartikelen over de Spanjaard Mario Costeja
González weg te moffelen. Wie zijn naam intikte in Google stuitte altijd
op links naar twee artikelen in de Catalaanse krant Vanguardia uit
1998. Die beschreven de executieverkoop van zijn vastgoed, waarop beslag
was gelegd om schulden terug te vorderen die González had bij de
sociale dienst. González vond dat deze informatie zijn reputatie
schaadde. De krant weigerde de artikelen weg te halen. Maar nu heeft het
Europese Hof bepaald dat Google er niet meer naar mag verwijzen.
De uitspraak van het Hof is met gemengde gevoelens
ontvangen. Aan de ene kant is het positief te waarderen dat je niet je
hele leven achtervolgd kan worden door negatieve informatie die op het
internet circuleert. Aan de andere kant is er het gevaar van het wissen van het verleden.
Het gaat om de balans tussen communicatievrijheid en privacy en op het
internet wordt het steeds lastiger de juiste afweging te maken. Het
onvindbaar maken van een foto van een willekeurige dronken tiener hoeft
de vrije informatiegaring op zich nog niet te schaden. Maar als die foto
ook iets zegt over de handhaving van het alcoholverbod voor jongeren
door een winkelier, een kroegbaas of een agent, dan kan er zomaar een
publiek belang mee gemoeid zijn. Of stel dat die tiener later Kamerlid
wordt of burgemeester en moet oordelen over maatregelen tegen
alcoholmisbruik...
Google is bereid de Europese wet te volgen - op
zich een winstpunt in deze affaire- en heeft nu aangeboden
privacy-gevoelige zoekresultaten van zijn servers te verwijderen. In
Europa, dan. In de VS gelden andere regels. De gewraakte informatie zou
dus via een omweg toch weer op kunnen duiken. En dan hebben we het nog
niet over andere zoekmachines waarover de Europese rechter nog niets
heeft gezegd.
Tegen de vijftigduizend Europeanen hebben inmiddels
een verzoek tot verwijdering ingediend bij Google. Het bedrijf heeft een
ethische commissie in het leven geroepen, lazen we zaterdag in De Volkskrant.
Die moet criteria opstellen waarmee verwijderingsverzoeken worden
beoordeeld. Volgens de Europese rechters zou een verzoek tot
verwijdering ingewilligd moeten worden als de weergegeven resultaten
'ontoereikend, irrelevant of niet langer relevant, of buitensporig ten
aanzien van de doeleinden waarvoor ze zijn verwerkt' zijn. Maar moet
Google dat gaan bepalen? Dat kan toch nooit de bedoeling zijn. Ik kan me
voorstellen dat er verzoeken zijn die eenvoudig afgehandeld kunnen
worden, waar niemand bezwaar tegen zal hebben. Maar wat doet Google met
twijfelgevallen? Er kunnen publieke belangen in het spel zijn en daar
zou een rechter over moeten oordelen. Gaat Google die zaken dan
doorschuiven? Google lijkt zich bewust van deze problematiek. In een toelichting
op de gang van zaken na de uitspraak van het Europese Hof schrijft het
bedrijf: "Dit zijn moeilijke beslissingen en, als particuliere
organisatie, bevinden we ons mogelijk niet in een goede positie om een
beslissing over uw zaak te nemen. Uw lokale instantie voor
gegevensbescherming kan beter geschikt zijn om deze beslissing te
nemen."
Het belangrijkste bezwaar tegen het optreden van Google
als beoordelaar van verwijderingsverzoeken is het gebrek aan
transparantie, waar het bedrijf al jaren om bekend staat. Het bedrijf
zal er alles aan doen om ons er van te overtuigen dat de privacy bij hen
in goede handen is. Maar het is en blijft een particulier bedrijf dat
op dit punt niet gecontroleerd wordt. Wij zullen nooit weten wat er
precies gebeurt met de verzoeken. Google zal ze achter gesloten deuren
afhandelen. Goed voor de privacy, zeker. Maar we zullen het niet te
weten komen als publieke belangen als openbaarheid, vrije nieuwsgaring
en vrijheid van meningsuiting op dubieuze gronden ondergeschikt zijn
gemaakt aan particuliere belangen. Zoals we ook nooit zullen weten welke
persoon of welk bedrijf langs deze weg een poging doet om zijn imago op
te poetsen. Wie zegt ons dat Google geen deals sluit met bedrijven of
politici van wie men afhankelijk is?
In de Volkskrant relativeert
advocaat Volgenant, gespecialiseerd in media- en internetrecht, het
risico. De informatie wordt niet verwijderd, het gaat om de link, de
verwijzing naar de informatie in de zoekmachine. Journalisten zullen
weer meer op zoek moeten gaan naar primaire bronnen. Kranten zouden
hierdoor aan belang kunnen winnen en advertenties terug kunnen winnen op
Google, voorspelt hij. Het lijkt mij een naïeve gedachte, ik zie dat
nog niet gebeuren. De macht van Google is niet zo eenvoudig terug te
draaien. Het verwijderen van een link is geen censuur. Dat klopt. En het
is een link van Google, dus als er iets mee is moet dat bedrijf in
actie komen. OK. Maar het is niet zomaar een bedrijf. Google heeft, of
je het er mee eens bent of niet, inmiddels een enorme impact op het
maatschappelijk geheugen van een groot deel van de wereld. En als Google
gaat fungeren als particuliere, niet-openbare zeef voor
privacygevoelige informatie kan dit het publieke belang van de
geschiedschrijving ernstig ondermijnen. De uitspraak van de Europese
rechters is zowel terecht (voor de bescherming van de privacy) als
riskant (voor de vorming van het maatschappelijk geheugen). De wetgever
zou naar mijn mening toch op de een of andere manier een ingang moeten
vinden voor de onafhankelijke rechter om in te kunnen grijpen bij
Googles zeef ter wille van dit publieke belang.
Overheden hebben
in de loop der jaren van alles en nog wat uitbesteed aan particuliere
bedrijven en zo aan de openbaarheid onttrokken. Het zal toch niet zo ver
komen dat ook de rechtsstaat wordt geprivatiseerd?
Update (JoeMcNamee van EDRI op 9 juni) over de uitspraak van het Europese Hof:
In reality, as the Court explained in its press release [PDF ]; and no less than fifteen times in its ruling, that it was restricting itself only to instances where searches were being done on the basis of the complainant’s name. At
no stage is deletion of content suggested by the Court. The Court ruled
that Google should rectify situations where searching for an
individual’s name produces results that are “inadequate, irrelevant or
no longer relevant, or excessive”. The Court pointed to Google’s
assertion that removing pages from its index would be disproportionate
and neither implicitly nor explicitly contradicted this view....Pages will not be removed as a result of this ruling. This ruling does
not create a right to be forgotten. Nothing has been forgotten except
the truth – the one thing that nobody has the right to forget.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten