De rechtbank in Maastricht heeft het Heerlense raadslid Christian Petermann vorige week veroordeeld tot een geldboete van 500 euro voor zijn tweets waarin hij een officier van justitie vergeleek met de nazi-kampbeul Irma Grese. Dat was volgens de rechtbank en geval van belediging van een ambtenaar in functie en over de grens van de vrijheid van meningsuiting. Petermann schreef ook nog dat hij hoopte dat de vrouw nog dezelfde avond zou verongelukken. Hij deed zijn uitspraken uit woede over de strafeis tegen de Roermondse politicus Jos van Rey (ex-VVD).
De suggestie dat er in deze zaak voor Petermann als volksvertegenwoordiger andere maatstaven zijn aangelegd dan bij beledigingen door anderen zie ik niet bevestigd in de uitspraak van de rechtbank. Daarin staat dat de rechtbank niet ingaat op het verweer van de verdediging dat Petermann zijn uitlatingen deed als raadslid in de context van een maatschappelijk debat. De rechtbank:
"De tweet van de verdachte houdt naar het oordeel van de rechtbank geen uitnodiging aan andere twitteraars in om met verdachte een constructief debat aan te gaan over de eis van het openbaar ministerie in de strafzaak tegen de heer [J.R.] . Integendeel, uit de inhoud van de tweet blijkt overduidelijk de intentie van verdachte om een negatieve kwalificatie te geven van de persoon van de officier van justitie, door haar te vergelijken met Irma Grese. De rechtbank ziet niet in hoe deze uitlating, die onnodig kwetsend en beledigend is, een bijdrage kan leveren aan een maatschappelijk debat."Het gebruik van Twitter acht de rechtbank een teken dat de verdachte met opzet de openbaarheid heeft gezocht voor de belediging van een persoon in de uitoefening van haar functie, wat tevens als een belediging kan worden opgevat van het instituut Openbaar Ministerie. Twitter staat gelijk aan de openbare ruimte, een hele grote openbare ruimte in sommige gevallen, niet te vergelijken met de straat of het café. De impact van beledigingen kan daarom ook veel verder gaan dan in het pre-internettijdperk, toen er nog geen internet en geen sociale media waren.
De rechtbank was ook niet gevoelig voor het verweer van de verdediging dat een Officier van Justitie in haar functie tegen een stootje moet kunnen. Zoiets kun je misschien wel zeggen over een politicus, maar een gerechtelijk ambtenaar moet zonder de last van gedoe in de media kunnen werken om tot een goed oordeel te komen. Zij werkt in het algemeen belang namens onze rechtsgemeenschap en moet beschermd worden tegen persoonlijke aanvallen.
Vreemd is wel dat de rechtbank geen consequenties verbindt aan de uitspraak van Petermann dat hij hoopt dat ze nog diezelfde avond zal verongelukken. Daar zou je toch ook een bedreiging in kunnen zien, lijkt me. Het bedreigen van een Officier van Justitie is een kwalijke inbreuk op de rechtsgang en lijkt me daarom nog een graadje erger dan een 'eenvoudige belediging'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten