Met alle begrip voor de irritatie die de hardnekkige ontkenning van de feiten inzake klimaatverandering oproept ben ik om een aantal redenen toch niet erg gelukkig met deze actie. En ik betwijfel bovendien of je langs deze weg de invloed van de 'klimaatcriminelen' kunt verminderen.
Je kunt iemand crimineel noemen, ook in de niet-juridische
betekenis, met verwijzing naar gedrag waarmee schade berokkend wordt. Het gedrag
dat hier gecriminaliseerd wordt is verspreiding van informatie. Hoe onwaar of
onzinnig ook, de verspreiding van de boodschap valt pas moreel te veroordelen
of mogelijk zelfs strafrechtelijk te vervolgen, als er willens en wetens schade
door wordt aangericht. Iemand die een bewezen schadelijk medicijn of een
onbewezen behandeling propageert kun je als kwakzalver aanklagen. De
'klimaatcrimineel' kun je verwijten onwaarheden te verspreiden, maar de schade
daarvan is aanzienlijk moeilijker aan te tonen. Nog afgezien van het feit dat
de meeste mensen de poging tot misleiding wel doorzien kan het directe effect
op het beleid niet worden bewezen. Je kunt beter proberen mogelijke schade te
voorkomen door die onwaarheden te bestrijden.
Met alle aandacht voor irritante boodschappers wordt bovendien het zicht ontnomen aan de belangen achter de strijd om het klimaat. Waarom alle aandacht geven aan een verdwaasde wetenschapper als we weten dat de grafiekjes waar hij mee komt geproduceerd worden door quasi-wetenschappelijke instituten die door de olie-industrie worden gefinancierd?
Personalisering van het publieke debat
Ik heb nog ander bezwaar tegen het op de voorgrond zetten van de persoon van de verspreider en dat heeft te maken met de kwaliteit van het publieke debat. Deelnemers aan dat debat, burgers evengoed als politici, worden in toenemende mate beoordeeld op hun persoonlijke kwaliteiten ten koste van aandacht voor hun inhoudelijke standpunten. Met een aanklacht tegen 'klimaatcriminelen' vanwege het verspreiden van valse voorstellingen gaat alle aandacht primair naar de 'foute' persoon. En pas in tweede instantie naar zijn fouten. En dat heeft helaas alles te maken met de achteruitgang van de kwaliteit van het publieke debat.
Wat mensen zeggen wordt gerespecteerd al naar gelang men respect op kan brengen voor de persoon die het zegt. Zo werkt communicatie sinds mensenheugenis en als je dat weet en er kritisch mee om kunt gaan hoeft dat een publiek debat nog niet meteen te verpesten. Maar het lijkt wel alsof dit mechanisme tegenwoordig veel sterker de uitkomst van een debat bepaalt dan vroeger. De beoordeling van standpunten als goed of fout valt nagenoeg samen met de beoordeling van de persoon als goed en fout. Het gevolg is dat deelnemers aan het publieke debat worden opgedeeld in goed en fout zonder enige nuance, niet vanwege wat ze zeggen maar om wie ze in de ogen van anderen zijn. Naar de inhoud van standpunten wordt niet meer geluisterd. Ik weet wie het zegt en dat is genoeg.
Deze personalisering van het publieke debat heeft alles te maken met de algehele personalisering van de politiek waarin standpunten een steeds minder grote rol spelen. Kijk bijvoorbeeld naar de nu weer op gang komende Amerikaanse presidentsverkiezingen. Alles draait om het imago van de politicus. In deze politieke cultuur is een schreeuwende behoefte aan aandacht en publiciteit voor inhoudelijke standpunten, visie, politieke programma's en de feiten waarop dat alles gebaseerd wordt. En aan debatten waarin standpunten worden uitgewisseld in plaats van het gebruikelijke mediageniek armpje drukken. Ideeën voor het keren van die trend zou ik graag met een prijs belonen.
[foto: Jeanne Menjolet CC, klimaatmars Parijs oktober 2018]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten