Onder de titel: Heibel onder professoren. Mogen economen in crisistijd nog wel zeggen wat ze vinden? publiceerde het FD gisteren reacties van economen op het besluit van hun collega's Barbara Baarsma, Coen Teulings en Bas Jacobs om zich terug te trekken uit de actiegroep Herstel NL. De groep voert campagne voor een alternatieve, meer open strategie bij de bestrijding van het coronavirus. Volgens de groep zouden winkels, horeca, het onderwijs en de cultuursector weer open kunnen als tegelijkertijd de 'kwetsbaren' in 'veilige zones' leven. De actie kocht in verschillende steden reclameruimte in om de boodschap te verkondigen. Jacobs gaf als reden voor zijn stap dat Herstel NL 'te veel een actiegroep is geworden, waar ik mij niet gelukkig bij voel'.
De econoom Arnoud Boot gebruikte datzelfde argument in de talkshow Op1 om de stap van zijn collega's te ondersteunen. Hij vond dat de economen door hun deelname aan deze actiegroep ‘de verkeerde afslag hebben genomen’ en vertelde dat hij de uitnodiging van de talkshow had aangenomen om ‘de wetenschap te verdedigen’. 'Er is geen enkele belemmering voor economen om aan het debat deel te nemen', bezweert Boot. 'Er zijn wél momenten waarop je als econoom met uitspraken onrust kunt veroorzaken, wat ongewenst is.' Volgens Boot is het de taak van economen om argumenten aan te dragen. 'Ze moeten zich niet vastbijten in eigen standpunten. Natuurlijk mag een econoom een mening hebben, maar die moet je scheiden van de rol van expert. Als ze zeggen: je moet a of b doen, vervullen ze een verkeerde rol. Dat is echt aan de politiek.'
Scheiding van rollen
De vraag is welke rol de economen voor ogen hadden toen ze zich aansloten bij Herstel NL. De organisatie spreekt over een initiatief van 'een breed collectief van artsen, economen, ondernemers, wetenschappers, psychiaters en hoogleraren'. Dat suggereert een soort denktank, wel iets anders dan een beweging die publiekscampagnes voert. In een denktank zijn wetenschappers niet ontslagen van bepaalde professionele maatstaven. Voor wetenschappers van Nederlandse universiteiten geldt de gedragscode van de VSNU waarin de grenzen van de academische vrijheid zijn vastgelegd. Daarin staat bijvoorbeeld (artikel 54): 'Wees bij deelname aan het publieke debat open en eerlijk over de rol waarin die deelname plaatsvindt en over de aard en status van die deelname.' Een wetenschapper moet zich in onderwijs en onderzoek onafhankelijk opstellen en zich niet laten leiden door een politieke ideologie die het blikveld vernauwt en alternatieven uitsluit.
Dit sluit naar mijn mening overigens niet uit dat wetenschappers hun onderzoek in dienst kunnen stellen voor de oplossing van urgente maatschappelijke problemen. Als dat de inzet van Baarsma, Teulings en Jacobs is geweest kan hen niets worden verweten. Het probleem onstaat als er 'namens de wetenschap' een richting wordt gekozen en de wetenschappers overgaan tot politiek activisme. Daar begint dan een hellend vlak dat deze economen hebben willen vermijden.
Ik kan me dus wel voorstellen dat zij afstand hebben genomen van de publiekscampagne van Herstel NL. Anderzijds mag dit volgens mij ook weer niet betekenen dat het hoogleraren (of andere wetenschappers) als politiek geëngageerd burger verboden is om hun stem te laten horen of zich aan te sluiten bij een politieke actiegroep, partij of beweging. Dan zou je hen een recht ontnemen dat elke burger in een democratische rechtsstaat heeft. Cruciaal is de vraag in welke hoedanigheid treed je op? Rollenscheiding is noodzakelijk. Dat schept duidelijkheid, niet alleen voor de collega-wetenschappers en de universitaire gemeenschap, maar vooral ook voor het publiek.
[Foto: Jack Duval, Professors - CC]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten