Een bericht uit het FD: 'Shell gaat vanaf de derdekwartaalrapportage alleen nog bijeenkomsten houden voor financieel analisten. Journalisten mogen daar wel inbellen en meeluisteren, maar geen vragen stellen. De olie- en gasmultinational wil zo het proces rond de kwartaalrapportage ‘vereenvoudigen’ en het in lijn brengen met branchegenoten'. Zo ontnemen ze journalisten de enige manier om direct en ongefilterd vragen te stellen aan het bestuur, volgens Mark van Baal van het groene aandeelhouderscollectief Follow This. 'Dit is duidelijk een stap om kritische vragen van journalisten over langetermijnbeleid en klimaatbeleid te minimaliseren.'
Thomas Bruning, algemeen secretaris van journalistenvakbond NVJ, ziet dit vaker gebeuren. ‘Het past in een trend waarin bedrijven en overheden de regie proberen te pakken op informatie. En bij een persconferentie hebben ze die regie niet. Dan krijg je onverwachte vragen van journalisten’, zegt hij. Mogelijk vervelende vragen. Terwijl de financieel analisten zich met een aandeelhoudersblik concentreren op de cijfertjes voor de korte termijn kunnen journalisten een bedrijf nog wel eens confronteren met hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op de langere termijn. En op dat punt willen de meeste bedrijven, Shell voorop, niet in verlegenheid gebracht worden.
We raken hier aan een heilige wet van het kapitalisme. Private bedrijven houden uit concurrentieoverwegingen hun bedrijfsinformatie zoveel mogelijk geheim. En ze beschermen met hartstocht hun reputatie die ten opzichte van de concurrentie hoog gehouden moet worden. Wat ze volgens de wet openbaar moeten maken is zo gedoseerd dat ze er zo min mogelijk schade van ondervinden. Wat ook het belang kan zijn van andere 'stakeholders', de bedrijfseigenaar heeft per definitie altijd het laatste woord bij de informatieverstrekking. En die eigenaar, dan wel zijn voorlichter wil niet graag lastig gevallen worden door prikkelende vragen die raken aan zijn reputatie.
Voor de overheid ligt dat anders. Daar geldt de Woo met een opdracht tot actieve openbaarheid en de plicht burgers in principe alle informatie te verstrekken die zij nodig hebben om het overheidsbeleid te kunnen volgen en controleren. Maar ook hier beperkt de geheimhouding van de private onderneming de openbaarheid. Dat heeft onder andere te maken met de privatisering van overheidsbedrijven.
Woo en bedrijfsinformatie
VVD en SGP hebben er bij de besluitvorming over de Woo per amendement voor gezorgd dat bedrijfs- en fabricagegegevens die bedrijven
vertrouwelijk aan de overheid hebben gegeven, absoluut geheim blijven.
Het gaat immers (sic!) om gegevens van private bedrijven constateerde werkgeversorganisatie VNO/NCW tevreden. Het is niet duidelijk hoe ver dit gaat en of dit ook geldt voor informatie die raakt aan maatschappelijke belangen. Anders dan in de Wob, de voorganger van de Woo, is het nu ook mogelijk voor de overheid om bedrijfsinformatie te weigeren die niet in vertrouwen is gedeeld. Een overheid die al dan niet onder druk van lobbyisten het bedrijfsleven te vriend wil houden heeft dus ruim de gelegenheid informatie die mogelijk een breder belang heeft geheim te houden en journalisten inzage te weigeren. Dat is nog eens overduidelijk gebleken in het FTM-onderzoek naar de Shell papers.
Een minstens zo groot probleem bij de Woo is de definitie van bedrijven. Eveneens dankzij de SGP is verhinderd dat de Woo ook gaat gelden voor de semipublieke sector. 'Dit past namelijk niet in de in Nederland geldende staatsrechtelijke verhoudingen,' schrijft VNO/NCW. 'Het gaat dan om private bedrijven die deels met publiek geld worden gefinancierd.' Maar zou de verantwoording van dat publieke geld dan niet juist een reden moeten zijn om deze bedrijven wél Woo-plichtig te maken? Hier ligt volgens mij een opdracht voor politieke partijen die meer werk willen maken van de openbaarheid van bestuur. Om volledig verantwoording af te kunnen leggen mag de overheid zich niet kunnen verschuilen achter geheime bedrijfsinformatie. En gegeven de enorme maatschappelijke invloed van met name grote bedrijven is een ruime openbaarheid van informatie in het economische domein een dringende vereiste in een samenleving die het predicaat democratisch hoog wil houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten