29 januari 2021

Afrekencultuur

Abdelkader Benali heeft zich teruggetrokken als spreker bij de Dodenherdenking. Toen bekend werd dat hij was gevraagd door het 4 en 5 mei Comité ontstond er ophef over uitspraken die hij vijftien jaar geleden in een dronken bui in Libanon had gedaan tegen oorlogsverslaggever Harald Doornbos, die er melding van maakte in een column in de Haagse Post. Benali had tegen Doornbos gezegd dat hij zich als Marokkaanse Nederlander nauwelijks op z’n gemak voelde in Amsterdam-Zuid waar hij toen woonde, vanwege ‘al die Joden daar’. Wie dit vuurtje heeft aangeblazen is niet duidelijk, maar Benali voelde zich afgebrand en vond uiteindelijk dat hij maar beter kon afzien van de lezing. 'Op 4 mei komen we bij elkaar om te herdenken en de discussie rond mijn uitlatingen mag mensen daarbij niet hinderen', liet hij weten. In het radioprogramma OVT maakte hij zijn excuses. 'Misplaatste grappen over Joodse Nederlanders maken mij niet tot een geschikte spreker. Ook na uitvoerig praten met vertegenwoordigers van Joodse organisaties ging de twijfel niet weg. En dat spijt me zeer. Het was nooit mijn bedoeling om mensen te kwetsen, toen niet, nu niet, morgen niet. Nooit niet. Mijn excuses.'

Benali is wel boos over alle ophef. Dat iets je vijftien jaar later nog kan worden nagedragen, iets dat je ooit in een aangeschoten bui gekscherend riep, doet pijn. ‘Cancel culture’, noemt hij het. Afrekencultuur. 'Ik voel woede om mijn kwetsbaarheid, want met alle uitspraken die anderen niet bevallen, word ik als moslimbroeder en antisemiet bestempeld.' Ik ben geen antisemiet en ik hoef niets uit te leggen, zegt hij. Toch vond hij het wel belangrijk om excuses te maken. Want ook ironie kan kwetsend zijn. 

Dossier

De affaire laat zien hoe ongenadig -vooral bekende- Nederlanders gepakt kunnen worden voor alles wat ze hebben gezegd en wat op het internet is gedocumenteerd. In zijn gesprekken met het CIDI en met Esther Voet van het Nieuw Israëlitisch Weekblad hoorde hij dat het Cidi sinds de Gaza-oorlog in 2014 een dossier over hem bijhoudt waarin zijn Twitter- en Facebookuitspraken over die oorlog, over Abou Jahjah die in 2016 VPRO’s Zomergast was en over de ruzie met cartoonist Oppenheimer zijn bewaard. Kennelijk om bij gelegenheid nog eens te gebruiken. Zoals nu rond een bijeenkomst die nog altijd een exclusief autochtoon Nederlands tintje heeft waar nieuwe Nederlanders buiten worden gehouden (behalve misschien voor het dragen van de kransen). En dat geldt des te meer voor allochtonen die geassocieerd kunnen worden met de vijanden van det Joodse staat. Aan de loyaliteit van publieke figuren met een migrantenachtergrond wordt nog vaak getwijfeld en degenen die zich in het openbaar negatief uitlaten over de Israëlische politiek krijgen al snel het etiket antisemiet opgeplakt.

Abdelkader Benali's lezing op 4 mei zou een doorbraak hebben betekend voor een includerende herdenkingscultuur. Maar dat gaat sommigen waarschijnlijk te ver. Is dat wat we herdenken en de reden om dat te herdenken dan geen zaak van algemeen menselijk belang? Benali noemde de Dodenherdenking ‘De hoogmis van het humanisme’. Zo gezien is het des te belangrijker om een Marokkaan van geboorte daarin een hoofdrol te geven. En dan niet met het nogal beledigende argument dat je ook mensen zonder  'herdenkingstraditie' erbij wilt betrekken, zoals de voorzitter van het 4 en 5 mei Comité de keuze van Benali verantwoordde. Maar omdat Marokkaanse Nederlanders ook Nederlander zijn en juist zij maar al te goed begrijpen wat de gevolgen kunnen zijn van stigmatisering, vreemdelingenhaat en discriminatie. 

[foto: Abdelkader Benali, Mark Deckers CC]

Geen opmerkingen: