15 oktober 2021

Censuur in lesmateriaal


'Makers van lesboeken moeten van veel uitgevers thema’s mijden die gevoelig liggen bij reformatorische scholen. Geen bikini’s, geen evolutie en niet te veel kermis.' Een verontrustend bericht vorige week in NRC-Handelsblad. Uitgevers van lesmateriaal dat door scholen van alle richtingen wordt gebruikt wijken op commerciële gronden voor de druk van een klein aantal streng christelijke scholen om beelden en woorden die daar taboe uit hun boeken te weren. De meeste scholen hebben er geen idee van dat het materiaal dat ze gebruiken gecensureerd is. Schrijvers en tekenaars die er mee te maken hebben vinden het verschrikkelijk maar hebben weinig keus. 

De voorbeelden van wat zij volgens de richtlijnen van de uitgevers moeten vermijden zijn schokkend. Het gaat om zaken als kermis, carnaval, make-up, korte rokjes en tatoeages die genegeerd zouden moeten worden of in elk geval niet in een positief daglicht gezet mogen worden. 'Ook zijn bij grote en kleinere uitgeverijen regenbooggezinnen, sporten op zondag en vrouwelijke predikanten taboe. En de evolutieleer is dikwijls een verboden thema, dus ook beschrijven of afbeelden van dino’s mag niet.' Spoken, geesten en draken zijn taboe. Harry Potter moet buiten de deur gehouden worden. Om de markt voor islamitische scholen ook open te houden vragen de uitgevers tekenaars in plaats van een spaarvarken een spaarolifant af te beelden. 

Vertekening

Ik vind het vergaand. Met name de ontkenning van de evolutie is stuitend. Het komt er in feite op neer dat het wereldbeeld dat alle Nederlandse kinderen op school voorgeschoteld krijgen om commerciële redenen wordt geschapen naar de benepen visie van een kleine groep gelovigen. Het leidt tot een 'vertekend en verarmd beeld van de realiteit', zoals de auteurs zeggen. Het is ook in strijd met de opdracht van het onderwijs om kinderen voor te bereiden op de wereld buiten het beschermde gezin waarin zij opgroeien. En dat is een wereld waarin je moet leren leven en werken met verschillende perspectieven. Althans, dat lijkt mij heel gezond.

Maar ruimte voor meerdere perspectieven is tegenwoordig niet meer gegarandeerd. Maxim Februari ontstak in toorn toen hij de inclusieve adviezen voor taal en communicatie in de cultuursectur las. 'Dat ik boos werd,' schrijft hij in zijn column kwam niet door het idee van inclusiviteit, maar 'door de benauwdheid en geslotenheid van de nieuwe taal. De handreiking schrijft voor en keurt af. „Communiceer op ooghoogte” met een persoon in een rolstoel. Zeg „tolk Nederlandse gebarentaal” en niet „gebarentolk”. Zeg niet: „blinde vlek”, want dat is validistisch. Wil je inbreng van homoseksuelen? Zeg dan: „Het zou wellicht goed zijn een queer narratief aan onze verhalen toe te voegen.”' 

Ik dacht meteen aan de uitgevers: wat gaan zij doen als de woke-community met dergelijke aanbevelingen ook bij hen komt aankloppen? Februari beveelt de Kamerleden die vragen hebben gesteld over de censuur van de uitgevers meteen ook maar de woke-aanbevelingen voor de cultuursector mee te nemen. Want 'die betweterigheid in de cultuursector zit de emancipatie van de burger lelijk in de weg,' schrijft hij. Nou weet ik niet of het zo'n goed idee is als de regering zich met taalkwesties en leerboeken gaat bezighouden. Maar hij heeft wel gelijk dat hier sprake is van een gevaarlijke tendens. In beide gevallen is er sprake van een aanval op de open samenleving. 'In beide gevallen maak je een democratisch gesprek onmogelijk door op voorhand te beslissen wie gelijk heeft. De huidige tijd, met zijn groeiend bewustzijn van de verscheidenheid van mensen, vraagt om grote openheid en beweeglijkheid, om deelname en onderling gesprek. Dat valt niet te verenigen met initiatieven die van bovenaf en per decreet de taal vastleggen.'

Geen opmerkingen: