08 april 2019

Amerikaanse toestanden

De staat moet zich onthouden van bemoeienis met godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, of vreedzame bijeenkomsten van het volk. Zo luidt ongeveer het First amendment van de Amerikaanse grondwet, traditioneel het voorbeeld voor alle tegenstanders van censuur. De bescherming van het vrije woord tegen ingrijpen van de overheid laat onverlet dat Amerikaanse burgers elkaar nog steeds kunnen aanspreken op uitingen die in strijd zijn met lokale zeden of het dominante geloof. In de afgelopen jaren hebben we met enige verbazing, juist vanwege dat beeld van vrijheidslievende Amerikanen, kennis kunnen nemen van incidenten op Amerikaanse universiteiten waar een ver doorgevoerd beleid van politiek correct handelen geleid heeft tot een drastische inperking van de vrijheid van meningsuiting. Linkse studenten op Amerikaanse universiteiten plegen censuur op ideeën, taal en sprekers die hun niet bevallen. Volgens critici ondermijnen zij hiermee de universiteit als debatplek bij uitstek. Het opmerkelijkste argument van de studenten om bepaalde sprekers, of ook onderdelen uit de historische of literaire canon, niet te willen horen, is dat die hen stress zou bezorgen, en zo lichamelijke klachten, waartegen zij zich dus ook fysiek mogen weren.

Dat de studenten het vooral hebben begrepen op uitingen vanuit de rechtse, conservatieve hoek, en dan met name uitingen die strijdig zijn met respect voor hun verschillende identiteiten, roept een reactie op die grote risico's inhoudt voor de traditionele Amerikaanse free speech. Want wat blijkt? President Trump heeft gehoor gegeven aan klachten uit zijn achterban over de toestand op de 'linkse' universiteiten. Hij dreigt academische instellingen nu te gaan korten op hun researchgelden als ze geen free speech voor hun studenten en personeel kunnen garanderen. Het presidentiële decreet  beroept zich op het First amendment maar is natuurlijk als zodanig juist volledig in strijd met de Amerikaanse grondwet die overheidsingrijpen moet voorkomen.



Nederland loopt altijd wat achter op ontwikkelingen in de VS. Maar ook in ons land zijn er inmiddels incidenten gerapporteerd waarbij de politieke correctheid de academische vrijheid leek te verdringen. Het was natuurlijk allemaal niet zo erg als in de VS. Peterson en Cliteur hebben hun zegje kunnen doen. Maar ook hier is een beweging die uiterst principiëel is als het om politiek correct gedrag gaat en die alle andere waarden daarvoor veel te gemakkelijk in de waagschaal stelt. Daartegenover zit de reactie niet stil: kijk naar de op dit moment grootste Nederlandse politieke partij die actief de strijd aanbindt tegen linkse leraren, wetenschappers en journalisten.

Onhandig en riskant

Ik heb de open brief waarin studenten en medewerkers van de UvA vorig najaar protesteerden tegen de komst van Jordan Peterson een schoolvoorbeeld genoemd van een onhandige reactie op foute standpunten die een averechts effect kan sorteren. Hetzelfde kan gezegd worden van de Groningers die bezwaar maakten tegen een lezing van Paul Cliteur tijdens de vorige week gehouden Nacht van de Filosofie. De Leidse rechtsfilosoof is zonder meer omstreden vanwege zijn standpunten inzake de islam. Je moet hem geen podium bieden, schreef een van zijn critici, dat verleent hem autoriteit en versterkt zijn opruiiende ideeën. Nee, hem het woord ontnemen, dat is de beste propaganda voor zijn denkbeelden. Lodi Nauta, decaan wijsbegeerte beloofde naar aanleiding van alle ophef dat hij controversiële uitnodigingen in de toekomst transparanter en beter bespreekbaar zal maken. Alleen controversiële? En wat is dan controversiëel?

Hier dreigt ook de Nederlandse academische wereld de open mind die de wetenschap vereist te  verliezen. Het is te hopen dat het tij nog gekeerd kan worden zodat de boemerang van rechts niet de kans krijgt om onverbiddelijk terug te slaan en alle controverses in het eigen voordeel te beslechten.

[foto V.T. Polywoda CC, Protester at Pershing Square, Los Angeles]
 


Geen opmerkingen: