30 november 2020

Nederland blijft achter bij bescherming van klokkenluiders


Het lijkt hier wel ‘de wereldkampioenschappen bestuurlijk onvermogen’ verzuchtte Chris van Dam (CDA) na twaalf uur verhoor voor de onderzoekscommissie die de problemen met de terugvordering van toeslagen moet onderzoeken. De getuigen vertelden over van alles wat er binnen de departementen mis ging. Maar de noodkreten van ouders zijn nooit vertaald in ‘buikpijnnota’s’. Waar de ouders ook aankloppen en aandacht vragen voor wat hun is aangedaan, alles verdwijnt in een Haagse Bermudadriehoek, schrijven Jan Kleinnijenhuis en Esther Lammers in Trouw, de krant die samen met RTL de beerput bij de Belastingdienst aan het licht bracht. Bottomline: er is niet geluisterd naar slachtoffers van het beleid, noch naar interne waaarschuwingen, alle onwelgevallige informatie is genegeerd en weggestopt voor parlementaire controle.

Ministers reageren niet op de overvloedig aanwezige signalen dat er van alles mis gaat. De Tweede Kamer wordt consequent de toegang geweigerd tot stukken waar Kamerleden steeds om vroegen, terwijl artikel 68 van de Grondwet de regering hiertoe verplicht. Uit sms’jes van ambtenaren van Algemene Zaken duikt de term ‘Rutte-doctrine’ op, die inhoudt dat vrijwel alles kan worden geweigerd, en daarom moet worden geweigerd. Een Wob-verzoek van Trouw en ‘RTL Nieuws’ werd vorig jaar actief tegengehouden, op advies van het departement van Rutte, tot het moment dat openbaarmaking politiek gezien opportuun is. Tijdens de verhoren blijken meerdere documenten uit dit Wob-verzoek door het ministerie van financiën te zijn achtergehouden. Het betreft dan juist documenten die aantonen dat het ­ministerie al in juni vorig jaar wist dat er sprake is van vele duizenden gedupeerden. En dat Toeslagen discrimineert omdat in de doorgeslagen fraudejacht burgers mede op basis van hun (tweede) nationaliteit worden geselecteerd. Tot zover Trouw. 

Als zelfs een Kamerlid van een regeringspartij -en dan nog wel een partij met veel bestuurlijke ervaring- spreekt over 'bestuurlijk onvermogen' is er wel wat aan de hand. Het zou de dames en heren die zich nu uitputten in verontschuldigingen en eindeloos spijt betuigen sieren als ze collectief zouden opstappen. Als oprechte erkenning van hun onvernmogen. Ik zie het niet gebeuren. En het parlement zal ze er niet toe dwingen. Terwijl het hier niet alleen om bestuurlijk onvermogen gaat, maar evengoed om een ernstige aantasting van de spelregels van de parlementaire democratie. Je kunt je afvragen of onze volksvertegenwoordigers wel voldoende besef hebben van het belang van hun controlerende rol. Een punt van aandacht, lijkt me, als we binnenkort een nieuw parlement gaan kiezen.

Klokkenluiders

Openheid, transparantie, het zijn modebegrippen die we veel te vaak horen uit de mond van bestuurders en politici. De praktijk blijkt keer op keer het omgekeerde van wat ons als burgers wordt beloofd. Dat betekent dat we des te afhankelijker blijven van media die met een beroep op de -nog steeds niet aangepaste- Wet Openbaarheid van Bestuur boven tafel proberen te krijgen wat de overheid niet uit zichzelf met ons wil delen. En dat klokkenluiders die de verantwoordelijkheid nemen om ons te informeren over onbehoorlijk bestuur en erger een belangrijke rol blijven vervullen. 

De manier waarop de Nederlandse overheid omgaat met klokkenluiders is helaas nog steeds onder de maat.  In 2019 nam de Belastingdienst  disciplinaire maatregelen tegen een ambtenaar in de toeslagenaffaire. De klokkenluider werd door de dienst op non-actief gezet vanwege schending van zijn ambtseed, zo bevestigen goed ingevoerde bronnen na onderzoek van Trouw en ‘RTL Nieuws’. Volgens de klokkenluider Niessen die misstanden bij de Belastingdienst intern aankaartte werd hij stelselmatig genegeerd, tot op het hoogste ambtelijk niveau. "Ik deed mijn beklag, maar werd 9 jaar lang doodgezwegen." Maar dit gebeurt niet alleen bij de Belastingdienst. Het ministerie van Justitie, dat nog nooit heeft uitgeblonken in openheid, kwam vorig jaar in het nieuws vanwege een strafrechtelijk onderzoek naar de ambtenaren die misstanden bij het onderzoeksinstituut WODC aan het licht hadden gebracht. Het ministerie van Buitenlandse Zaken, ook een notoire doofpot, ontsloeg de Nigeriaanse-Britse ambassademedewerker Fidelia Onoghaife. Zij meldde dat haar baas, ambassadeur Robert Petri, Shell waarschuwde voor corruptieonderzoekers die langs zouden komen. De rechter veroordeelde het ontslag van Onoghaife waarna BZ met smoesjes kwam over verstoorde werkverhoudingen. Petri werd teruggeroepen, behield zijn salaris en kreeg een baan in Den Haag. 

Corruptie in het bedrijfsleven

Het geval van de Nigeriaanse ambassademedewerkster staat ook in een recent rapport van de OECD over corruptiebestrijding. Nederland gaat vooruit, maar er moet nog heel wat verbeterd worden, is de conclusie van het onderzoek naar de uitvoering van een OECD-conventie ter bestrijding van grensoverschrijdende corruptie. Er worden nog te weinig zaken aangepakt. Een van de verbeterpunten betreft ook de bescherming van klokkenluiders. Het OECD-rapport gaat vooral over het bedrijfsleven. 

Een voorbeeld van onvoldoende bescherming van klokkenluiders in het internationale bedrijfsleven is de Britse klokkenluider Jonathan Taylor. Hij beschuldigt de Nederlandse bouwer van drijvende olieplatforms SBM Offshore ervan zaken rondom een smeergeldaffaire in de ‘doofpot’ te hebben gestopt. De zaak loopt al sinds 2012, het bedrijf heeft inmiddels al fikse boetes moeten betalen. Taylor is afgelopen zomer op zijn vakantieadres in Kroatië gearresteerd. Hij mag Dubrovnik niet verlaten voordat problemen zijn opgelost met een uitleveringsverzoek door Monaco, de vestigingsplaats van SBM waar hij oorspronkelijk werkte. Kroatië heeft het uitleveringsverzoek wegens vermeende malversaties van Taylor in eerste instantie vernietigd. Nederland houdt zich stil bij wat kennelijk een poging tot wraak is op deze klokkenluider.

Nieuwe Europese richtlijn

Binnenkort wordt een nieuwe Europese richtlijn voor de bescherming van klokkenluiders ingevoerd in de EU. De richtlijn houdt in dat de definitie van misstanden in vergelijking met de Nederlandse wet wordt uitgebreid en dat bij ontslag van de klokkenluider de werkgever moet bewijzen dat de ontslaggrond niets te maken heeft met het aankaarten van die misstanden. Nederland doet moeilijk over de omzetting van de nieuwe richtlijn in nieuwe wetgeving. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zegt er geen tijd voor te hebben. 

Rob van Eijbergen, hoogleraar integriteit van organisaties aan de VU deed onderzoek naar de gevolgen van het melden van misstanden voor de klokkenluiders. Zijn conclusie: 'Er wordt niet adequaat gereageerd, terwijl in de wet is vastgelegd dat deze meldpunten er moeten zijn. Bij de overheid is dat zelfs nog slechter dan in het bedrijfsleven.' Van Eijbergen denkt dat dit vooral te maken heeft met de angst voor publieke schade en de media. 

Geen opmerkingen: