16 januari 2023

Het staatshoofd en de geschiedschrijving


Koning Willem-Alexander laat onderzoek doen naar de rol van zijn familie, de familie Van Oranje-Nassau, in het koloniale verleden. Dat zijn familie geprofiteerd heeft van de koloniale handel is al wel duidelijk. De voorvaderen van koning Willem-Alexander behoorden tot de absolute elite van het land en hadden vooraanstaande posities in zowel de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) als de West-Indische Compagnie (WIC). In die hoedanigheid waren zij ook verantwoordelijk voor de slavenhandel. Net als de bestuurders van steden als Utrecht en Amsterdam waar eerder onderzoek de betrokkenheid bij het slavernijverleden van de stedelijke elites in beeld heeft gebracht. Na de excuses van premier Rutte vorige maand namens de staat der Nederlanden kon het koningshuis niet achterblijven. 

Het onderzoek onder leiding van Oud-hoogleraar Gert Oostindie (Universiteit Leiden), die eerder een boek over het koloniale verleden van het koningshuis publiceerde, roept een aantal vragen op. Ten eerste over de opdrachtgever. Waarom stuurt een privĂ©familie een onderzoek dat ons staatshoofd betreft? Het Koninklijk Huis is niet zomaar een familie of een privĂ©-onderneming. Hoe onafhankelijk is dit onderzoek als het in opdracht van het onderwerp van onderzoek zelf gebeurt? Een tweede, nog onopgeloste kwestie, betreft garanties voor de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek. Het Koninklijk Huisarchief dat een belangrijke bron zal zijn voor de onderzoekers is nog steeds niet openbaar toegankelijk. Volgens Oostindie mogen ze alles publiceren wat ze vinden. Maar er moeten nog wel nadere afspraken gemaakt worden voor toetsing van de onderzoeksresultaten door andere onderzoekers. 

Zoiets hebben we eerder gezien. Bij de AIVD. 

De toegang tot staatsgeheimen

Het onderzoek naar de geschiedenis van de BVD waar Dick Engelen in 1995 op promoveerde werd begeleid door een wetenschappelijke commissie die alle stukken kon inzien die Engelen had gezien. Maar daarna werd de controle door andere onderzoekers toch aanzienlijk beperkt, zoals blijkt uit mijn pogingen bronnen van Engelen te betrekken in mijn onderzoek naar de politieke rol van de BVD in de jaren vijftig. 

Het koningshuis lijdt met de voortdurende beperking op de toegang van zijn archieven net als de geheime dienst nog steeds onder een 'geheimhoudingsreflex'. Een duidelijke uitspraak van de Tweede Kamer om het archief over te hevelen naar het Nationaal Archief legde koningin Beatrix in 2005 naast zich neer. Toen later iemand iets over haar voorvaderen publiceerde wat haar niet beviel kwam ze met het verwijt van 'selectief gebruik van bronnen'. Onafhankelijke en openbare controle van die bronnen is echter niet mogelijk zo lang de familie Van Oranje-Nassau de toegang tot het archief blijft beheren. Het is een van de ongerijmdheden van de constitutionele monarchie in een democratisch land. Het staatshoofd controleert de toegang tot zijn eigen geschiedenis. 

Het onderzoek waarvoor Willem-Alexander nu opdracht heeft gegeven was een mooie gelegenheid geweest om met deze traditie te breken. De huidige regering onder leiding van historicus Rutte ontbreekt het helaas aan moed om een stap te zetten naar volledig openbare geschiedschrijving over staatsaangelegenheden. 

[foto Tom Jutte CC]

Geen opmerkingen: